- Hoe groot is het geluk
dat U hebt weggelegd voor wie U vrezen,
dat U bereid hebt voor wie schuilen bij U,
heel de wereld zal het zien. - Op God, wiens woord ik prijs,
op God vertrouw ik, angst ken ik niet,
wat kan een sterveling mij aandoen? - Geliefde broeders en zusters, vertrouw niet elke geest. Onderzoek altijd of een geest van God komt, want er zijn veel valse profeten in de wereld verschenen.
- En omdat we weten dat Hij naar ons luistert, wat we Hem ook vragen, weten we ook dat we alles al hebben gekregen wat we Hem gevraagd hebben.
- Beter te schuilen bij de HEER
dan te vertrouwen op mensen. - De HEER is mijn kracht en mijn schild,
op Hem vertrouwde mijn hart,
ik werd geholpen en mijn hart jubelde,
Hem wil ik loven in mijn lied. - Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op Mij.
- De standvastige is veilig bij U,
vrede is er voor wie op U vertrouwt. - Wie uw naam kent, kan op U vertrouwen,
U verlaat niet wie U zoeken, HEER. - Geliefde broeders en zusters, als ons hart ons niet aanklaagt, kunnen we ons vol vertrouwen tot God wenden en ontvangen we van Hem wat we maar vragen, omdat we ons aan zijn geboden houden en doen wat Hij wil.
- Maar als wij hopen op wat we nog niet zien, blijven we in afwachting daarvan volharden.
- Behoed mij, God, ik schuil bij u.
- Ik zeg dit niet omdat ik gebrek lijd; ik heb geleerd om in alle omstandigheden tevreden te zijn.
- Ik vertrouw op uw liefde:
mijn hart zal juichen omdat U redding brengt,
ik zal zingen voor de HEER, Hij heeft naar mij omgezien. - Al trok een leger tegen mij op,
mijn hart zou onbevreesd zijn,
al woedde er een oorlog tegen mij,
nog zou ik mij veilig weten. - Hij antwoordde: ‘Vanwege jullie gebrek aan geloof. Ik verzeker jullie: als jullie geloof hebben als een mosterdzaadje, dan zeg je tegen die berg: “Verplaats je van hier naar daar!” en dan zal hij zich verplaatsen. Niets zal voor jullie onmogelijk zijn.’
- Schenk ons uw trouw, HEER,
op U is al onze hoop gevestigd. - Wie de HEER welgevallig is,
mag zijn weg gaan met vaste tred. - Ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid. Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze, in alles volhardt ze.
- Al zouden de bergen wijken
en de heuvels wankelen,
mijn liefde zal nooit meer van jou wijken
en mijn vredesverbond is onwankelbaar
– zegt de HEER, die zich over je ontfermt. - Ik verzeker jullie: als iemand tegen die berg zegt: “Kom van je plaats en stort je in zee,” en niet twijfelt in zijn hart, maar gelooft dat gebeuren zal wat hij zegt, dan zal het ook gebeuren.
- Hij alleen is mijn rots en mijn redding,
mijn burcht, ik zal niet wankelen. - Mag ik niet verwachten
de goedheid van de HEER te zien
in het land van de levenden? - Wees niet jaloers op iemand die geweld gebruikt,
volg hem beslist niet na,
want de HEER verafschuwt wie dat dwaalspoor gaat,
maar wie rechtschapen is geeft Hij zijn vertrouwen. - Blijf dus in Hem, kinderen. Dan kunnen we vol vertrouwen zijn wanneer Hij verschijnt en hoeven we ons niet te schamen bij zijn komst.