Bijbelteksten over 'Af'
- Tob u niet af voor rijkdom,
zie van uw voornemen af. - Wijk noch ter rechter-, noch ter linkerhand af,
houd uw voet verwijderd van het kwade. - Het gras verdort, de bloem valt af, maar het woord van onze God houdt eeuwig stand.
- Verwerf wijsheid, verwerf inzicht, vergeet niet
en wijk niet af van de woorden mijns monds. - Een zacht antwoord keert de grimmigheid af,
maar een krenkend woord wekt de toorn op. - Tob u niet af voor rijkdom,
zie van uw voornemen af;
richt gij uw oog erop, hij is er niet meer;
want plotseling maakte hij zich vleugels,
als een arend vliegt hij ten hemel. - De woorden van de lasteraar zijn als lekkernijen;
zij glijden immers af naar de schuilhoeken van het hart. - Meent niet, dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen.
- Laat af en weet, dat Ik God ben;
Ik ben verheven onder de volken, verheven op de aarde. - Legt dus af alle vuilheid en alle uitwas van boosheid en neemt met zachtmoedigheid het in u geplante woord aan, dat uw zielen kan behouden.
- Ziet toe, broeders, dat bij niemand uwer een boos, ongelovig hart zij, door af te vallen van de levende God.
- Bekeert u en wendt u af van al uw overtredingen, dan zal u dat niet een struikelblok tot ongerechtigheid worden.
- Want Hij weet, hoe mijn wandel is;
toetste Hij mij, ik kwam als goud te voorschijn.
Mijn voet bleef vast in zijn spoor,
ik hield zijn weg zonder af te buigen. - En terwijl zij vastten bij de dienst des Heren, zeide de heilige Geest: Zondert Mij nu Barnabas en Saulus af voor het werk, waartoe Ik hen geroepen heb.
- Maar Ik ben de Here, uw God, van het land Egypte af; een God nevens Mij kent gij niet en een verlosser buiten Mij is er niet.
- God heeft in de eerste plaats voor u zijn Knecht doen opstaan en Hem tot u gezonden, om u te zegenen, door een ieder uwer af te brengen van zijn boosheden.
- Wie heeft dit bewerkt en tot stand gebracht? Hij, die de geslachten van de aanvang af heeft geroepen; Ik, de Here, die de eerste ben, en bij de laatsten ben Ik dezelfde.
- Wie met wijzen omgaat, wordt wijs;
maar wie met dwazen verkeert, wordt slecht. - Wie zijn mond in toom houdt, bewaart zijn leven;
wie zijn lippen openspert, hem wacht het verderf. - Wie wijs van hart is, neemt geboden aan,
maar wie dwaas van lippen is, komt ten val. - Veracht, mijn zoon, de tuchtiging des Heren niet
en keer u niet met weerzin af van zijn bestraffing.
Want de Here bestraft wie Hij liefheeft,
ja, gelijk een vader een zoon, aan wie hij welgevallen heeft. - Want:
wie het leven wil liefhebben
en goede dagen zien,
weerhoude zijn tong van het kwade,
en zijn lippen van bedrog te spreken;
hij wijke af van het kwade en doe het goede,
hij zoeke de vrede en jage die na. - Maar één ding (doe ik): vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen vóór mij ligt, jaag ik naar het doel, om de prijs der roeping Gods, die van boven is, in Christus Jezus.
- Wijk van het kwade en doe het goede,
zoek de vrede en jaag die na. - En gij, Betlehem Efrata, al zijt gij klein onder de geslachten van Juda, uit u zal Mij voortkomen die een heerser zal zijn over Israël en wiens oorsprong is van ouds, van de dagen der eeuwigheid.
- Zie, welzalig de mens, die God kastijdt;
versmaad daarom de tucht des Almachtigen niet. - Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt,
en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet? - Indien gij Mij kendet, zoudt gij ook mijn Vader gekend hebben. Van nu aan kent gij Hem en hebt gij Hem gezien.
- Wees stil voor de Here en verbeid Hem;
wees niet afgunstig op wie zijn weg voorspoedig maakt,
op de man die boze plannen smeedt. - Weest onderling eensgezind, niet zinnende op hoge dingen, maar voegt u in het eenvoudige. Weest niet eigenwijs.
- De vreze des Heren is het begin der kennis;
de dwazen verachten wijsheid en tucht. - Hij zeide tot hen: Wat bij mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God.
- Van toen aan begon Jezus te prediken en te zeggen: Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.
- Oefen de knaap volgens de eis van zijn weg,
ook wanneer hij oud geworden is, zal hij daarvan niet afwijken. - Vóór de val is het hart van de mens hoogmoedig,
maar ootmoed gaat vooraf aan de eer. - Het is een valstrik voor een mens
ondoordacht „heilig” te roepen,
en pas na gedane geloften te overwegen. - Zeg niet: Hoe komt het, dat de vroegere tijden beter waren dan deze? Want niet uit wijsheid zoudt gij aldus vragen.
- Zover het oosten is van het westen,
zover doet Hij onze overtredingen van ons. - Jezus zag hen aan en zeide: Bij de mensen is dit onmogelijk, maar bij God zijn alle dingen mogelijk.
- De rechtschapenheid der oprechten leidt hen,
maar de verkeerde zin der trouwelozen is hun ten verderve. - Al legert zich een leger tegen mij,
mijn hart vreest niet;
al verheft zich een krijg tegen mij,
nochtans blijf ik vertrouwen. - Een pad ten leven is hij, die de vermaning in acht neemt,
maar wie de terechtwijzing veracht, doet dwalen. - Jezus zag hen aan en zeide: Bij mensen is het onmogelijk, maar niet bij God; want alle dingen zijn mogelijk bij God.
- Gij zult niet begeren uws naasten huis; gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets dat van uw naaste is.
- Gij zult aan wat ik u gebied, niet toedoen en daarvan niet afdoen, opdat gij de geboden van de Here, uw God, onderhoudt, die ik u opleg.
- Zie, opgeblazen, niet recht, is zijn ziel in hem, maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven.
- Wees niet wijs in eigen ogen,
vrees de Here en wijk van het kwaad;
het zal medicijn wezen voor uw vlees,
en lafenis voor uw gebeente. - Wij hebben gezondigd en misdreven, wij hebben goddeloos gehandeld en zijn wederspannig geweest; wij zijn afgeweken van uw geboden en van uw verordeningen.
- Gij zult niet doodslaan, gij zult niet echtbreken, gij zult niet stelen, gij zult geen vals getuigenis geven, eer uw vader en uw moeder, en gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.
- Toen God zag wat zij deden, hoe zij zich bekeerden van hun boze weg, berouwde het God over het kwaad dat Hij gedreigd had hun te zullen aandoen, en Hij deed het niet.
Gerelateerde onderwerpen
Kwaad
Laat u niet overwinnen...
God
De HERE, uw God...
Wijsheid
Want de HERE geeft...
Jezus
Jezus zag hen aan...
Woord van God
Elk van God ingegeven...
Spreken
Dood en leven zijn...