Bijbelteksten over 'Anderen'
- Niemand zoeke het zijne, maar wat des anderen is.
- Laten wij dan ook niet slapen gelijk de anderen, doch wakker en nuchter zijn.
- Neen, ik tuchtig mijn lichaam en houd het in bedwang, om niet, na anderen gepredikt te hebben, wellicht zelf afgewezen te worden.
- Zo is het onder u niet. Maar wie onder u groot wil worden, zal uw dienaar zijn, en wie onder u de eerste wil zijn, zal uw slaaf zijn.
- De zegenende ziel wordt overvloedig verkwikt,
wie laaft, wordt ook zelf gelaafd. - Daarom zijt gij, o mens, wie gij ook zijt, niet te verontschuldigen, wanneer gij oordeelt. Want waarin gij een ander oordeelt, veroordeelt gij uzelf; want gij, die oordeelt, bedrijft dezelfde dingen.
- Met de mond stort de godvergetene zijn naaste in het verderf,
maar door kennis worden de rechtvaardigen gered. - Dezen beroemen zich op wagens en genen op paarden,
maar wij roemen in de naam van de Here, onze God. - Wie dan één van de kleinste dezer geboden ontbindt en de mensen zo leert, zal zeer klein heten in het Koninkrijk der hemelen; doch wie ze doet en leert, die zal groot heten in het Koninkrijk der hemelen.
- Maar indien gij de mensen niet vergeeft, zal ook uw Vader uw overtredingen niet vergeven.
- Want indien gij de mensen hun overtredingen vergeeft, zal uw hemelse Vader ook u vergeven.
- Ieder onzer trachte zijn naaste te behagen, ten goede, tot opbouwing.
- Ook zag ik, dat al het zwoegen, alsook alle bekwaamheid in het werk, louter naijver is van de een op de ander; ook dit is ijdelheid en najagen van wind.
- De gedachtenis des rechtvaardigen zal tot zegening zijn,
maar de naam der goddelozen zal wegrotten. - Geeft en u zal gegeven worden: een goede, gedrukte, geschudde, overlopende maat zal men in uw schoot geven. Want met de maat, waarmede gij meet, zal u wedergemeten worden.
- Hij, die onberispelijk wandelt en doet wat recht is
en waarheid spreekt in zijn hart,
die met zijn tong niet lastert,
die zijn metgezel geen kwaad doet
en geen smaad op zijn naaste laadt. - Wie met laster omgaat, verraadt geheimen;
maar wie betrouwbaar van geest is, houdt een zaak verborgen. - En Hij ging zitten, riep de twaalven en zeide tot hen: Indien iemand de eerste wil zijn, die zal de allerlaatste zijn en aller dienaar.
- Alles nu wat gij wilt, dat u de mensen doen, doet gij hun ook aldus: want dit is de wet en de profeten.
- Iemands geschenk maakt ruimte voor hem
en brengt hem in de tegenwoordigheid der groten. - En de menigte van hen, die tot het geloof gekomen waren, was één van hart en ziel, en ook niet één zeide, dat iets van hetgeen hij bezat zijn persoonlijk eigendom was, doch zij hadden alles gemeenschappelijk.
- Bewaar uw tong voor het kwade
en uw lippen voor het spreken van bedrog. - Of weet gij niet, dat onrechtvaardigen het Koninkrijk Gods niet beërven zullen? Dwaalt niet! Hoereerders, afgodendienaars, overspelers, schandjongens, knapenschenders, dieven, geldgierigen, dronkaards, lasteraars of oplichters, zullen het Koninkrijk Gods niet beërven.
- Wijk van het kwade en doe het goede,
zoek de vrede en jaag die na. - Maar ik vermaan u, broeders, dat gij hen in het oog houdt, die, in afwijking van het onderwijs, dat gij hebt ontvangen, de onenigheden en de verleidingen veroorzaken, en mijdt hen.
- De genade van de Here Jezus Christus zij met ulieder geest.
- Gij begeert, doch gij hebt niet; gij zijt moorddadig en naijverig en gij kunt er niets mede verkrijgen; gij vecht en gij strijdt. Gij hebt niets, omdat gij niet bidt.
- Gij zult niet doodslaan, gij zult niet echtbreken, gij zult niet stelen, gij zult geen vals getuigenis geven, eer uw vader en uw moeder, en gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.
- En God is bij machte alle genade in u overvloedig te schenken, opdat gij, in alle opzichten te allen tijde van alles genoegzaam voorzien, in alle goed werk overvloedig moogt zijn.
- Wie haat verbergt, is een leugenlip;
wie laster verbreidt, is een dwaas. - De Here maakt arm en maakt rijk;
Hij vernedert, ook verhoogt Hij. - Want waar naijver en zelfzucht heerst, daar is wanorde en allerlei kwade praktijk.
- Want:
wie het leven wil liefhebben
en goede dagen zien,
weerhoude zijn tong van het kwade,
en zijn lippen van bedrog te spreken;
hij wijke af van het kwade en doe het goede,
hij zoeke de vrede en jage die na. - Elk wapen dat tegen u gesmeed wordt, zal niets uitrichten, en elke tong die zich voor het gericht tegen u keert, zult gij in het ongelijk stellen. Dit is het deel van de knechten des Heren en hun recht van Mijnentwege, luidt het woord des Heren.
- Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, de Vader der barmhartigheden en de God aller vertroosting, die ons troost in al onze druk, zodat wij hen, die in allerlei druk zijn, troosten kunnen met de troost, waarmede wijzelf door God vertroost worden.
- Deze immers stelt de ene dag boven de andere, gene stelt ze alle gelijk. Ieder zij voor zijn eigen besef ten volle overtuigd.
- De goddeloze vraagt te leen en geeft niet terug,
maar de rechtvaardige ontfermt zich en schenkt. - Kinderkens, laten wij liefhebben niet met het woord of met de tong, maar met de daad en in waarheid.
- Evenzo, dat de vrouwen zich sieren met waardige klederdracht, zedig en ingetogen, niet met haarvlechten en goud of paarlen en kostbare kleding, maar – zó immers betaamt het vrouwen, die voor haar godsvrucht uitkomen – door goede werken.
- Geen liederlijk woord kome uit uw mond, maar als gij een goed (woord) hebt, tot opbouw, waar dit nuttig is, opdat zij, die het horen, genade ontvangen.
- En u doe de Here toenemen en overvloedig worden in de liefde tot elkander en tot allen – zoals ook wij gezind zijn jegens u.
- Al ware het, dat ik met de tongen der mensen en der engelen sprak,
maar had de liefde niet,
ik ware schallend koper
of een rinkelende cimbaal. - Wreekt uzelf niet, geliefden, maar laat plaats voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, spreekt de Here.
- Hij nu, die zaad verschaft aan de zaaier en brood tot spijze, zal u uw zaaisel verschaffen en vermeerderen, en het gewas uwer gerechtigheid doen opschieten.
- Weest onderling eensgezind, niet zinnende op hoge dingen, maar voegt u in het eenvoudige. Weest niet eigenwijs.
- Want óns heeft God het geopenbaard door de Geest. Want de Geest doorzoekt alle dingen, zelfs de diepten Gods.
- Alles is geoorloofd, maar niet alles is nuttig. Alles is geoorloofd, maar niet alles bouwt op.
- Indien uw broeder zondigt, ga heen, bestraf hem onder vier ogen.
- Terwijl gij in alles verrijkt wordt tot alle onbekrompenheid, welke door onze bemiddeling dankzegging aan God bewerkt.
- Eén is wetgever en rechter, Hij, die de macht heeft om te behouden en te verderven. Maar wie zijt gij, dat gij uw naaste oordeelt?
Gerelateerde onderwerpen
Naaste
Het tweede is dit...
Roddelen
Een valsaard veroorzaakt twist...
Zonde
Of weet gij niet...
Egoisme
Zonder zelfzucht of ijdel...
Geven
En ieder doe, naardat...
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en liefde...