Bijbelteksten over 'Eeuwig'
- Het gras verdort, de bloem valt af, maar het woord van onze God houdt eeuwig stand.
- Heel uw woord is de waarheid,
al uw rechtvaardige verordeningen zijn voor eeuwig. - En dit is het getuigenis: God heeft ons eeuwig leven gegeven en dit leven is in zijn Zoon.
- Al zou mijn vlees en mijn hart bezwijken,
mijns harten rots en mijn erfdeel is God voor eeuwig. - Daar wij niet zien op het zichtbare, maar op het onzichtbare; want het zichtbare is tijdelijk, maar het onzichtbare is eeuwig.
- Dit heb ik u geschreven, die gelooft in de naam van de Zoon Gods, opdat gij weet, dat gij eeuwig leven hebt.
- Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; doch wie aan de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem.
- De vreze des Heren is het begin der wijsheid,
een goed inzicht hebben allen die ze betrachten.
Zijn lof houdt eeuwig stand. - Want wie op (de akker van) zijn vlees zaait, zal uit zijn vlees verderf oogsten, maar wie op (de akker van) de Geest zaait, zal uit de Geest eeuwig leven oogsten.
- Gij, Here, zetelt tot in eeuwigheid,
uw troon staat van geslacht tot geslacht. - Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.
- En toen Hij het einde had bereikt, is Hij voor allen, die Hem gehoorzamen, een oorzaak van eeuwig heil geworden.
- Want wij weten, dat, indien de aardse tent, waarin wij wonen, wordt afgebroken, wij een gebouw van God hebben, in de hemelen, niet met handen gemaakt, een eeuwig huis.
- Looft de Here, want Hij is goed,
want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. - Want de lichte last der verdrukking van een ogenblik bewerkt voor ons een alles verre te boven gaand eeuwig gewicht van heerlijkheid.
- Gij maakt mij het pad des levens bekend;
overvloed van vreugde is bij uw aangezicht,
liefelijkheid is in uw rechterhand, voor eeuwig. - Want hij zal nimmer wankelen,
tot eeuwige gedachtenis zal de rechtvaardige zijn. - De Here zal het voor mij voleindigen.
O Here, uw goedertierenheid is tot in eeuwigheid.
Laat niet varen de werken uwer handen. - Wie is een God als Gij, die de ongerechtigheid vergeeft en de overtreding van het overblijfsel van zijn erfdeel voorbijgaat, die zijn toorn niet voor eeuwig behoudt, maar een welbehagen heeft in goedertierenheid!
- En Ik geef hun eeuwig leven en zij zullen voorzeker niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit mijn hand roven. Wat mijn Vader Mij gegeven heeft, gaat alles te boven en niemand kan iets roven uit de hand mijns Vaders. Ik en de Vader zijn één.
- Weet gij het niet, hebt gij het niet gehoord? Een eeuwig God is de Here, Schepper van de einden der aarde. Hij wordt noch moede noch mat, zijn verstand is niet te doorgronden.
- De God nu des vredes, die onze Here Jezus, de grote herder der schapen door het bloed van een eeuwig verbond heeft teruggebracht uit de doden, bevestige u in alle goed, om zijn wil te doen, terwijl Hij aan ons doe, wat in zijn ogen welbehagelijk is door Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen.
- Uw getuigenissen heb ik voor altoos ten erve ontvangen,
want zij zijn de blijdschap mijns harten. - Onze God en Vader nu zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid! Amen.
- Laten wij daarom het eerste onderwijs aangaande Christus laten rusten en ons richten op het volkomene, zonder opnieuw het fundament te leggen van bekering van dode werken en van geloof in God, van een leer van dopen en van oplegging der handen, van opstanding der doden en van een eeuwig oordeel.
- Ik zal U verhogen, mijn God, Gij Koning,
ik zal uw naam prijzen voor altoos en immer. - Ik ben het levende brood, dat uit de hemel nedergedaald is. Indien iemand van dit brood eet, hij zal in eeuwigheid leven; en het brood, dat Ik geven zal, is mijn vlees, voor het leven der wereld.
- Maar wie gedronken heeft van het water, dat Ik hem zal geven, zal geen dorst krijgen in eeuwigheid, maar het water, dat Ik hem zal geven, zal in hem worden tot een fontein van water, dat springt ten eeuwigen leven.
- Och, hadden zij steeds zulk een hart om Mij te vrezen en om al mijn geboden te onderhouden, opdat het hun en hun kinderen voor altoos wèl mocht gaan!
- Werkt niet om de spijs, die vergaat, maar om de spijs, die blijft tot in het eeuwige leven, welke de Zoon des mensen u geven zal; want op Hem heeft God, de Vader, zijn zegel gedrukt.
- Want de Here bemint het recht,
en Hij verlaat zijn gunstgenoten niet.
Voor altoos blijven zij bewaard,
maar het nageslacht der goddelozen wordt uitgeroeid. - Keer weder, Afkerigheid, Israël, luidt het woord des Heren, Ik zal u niet donker aanzien, want Ik ben genadig, luidt het woord des Heren, Ik zal niet altoos blijven toornen.
- En de Here God zeide: Zie, de mens is geworden als Onzer een door de kennis van goed en kwaad; nu dan, laat hij zijn hand niet uitstrekken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij in eeuwigheid zou leven. Toen zond de Here God hem weg uit de hof van Eden om de aardbodem te bewerken, waaruit hij genomen was.
- Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen: Hem zij de heerlijkheid tot in eeuwigheid! Amen.
- En de wereld gaat voorbij en haar begeren, maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid.
- Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid.
- Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart,
toets mij en ken mijn gedachten;
zie, of bij mij een heilloze weg is,
en leid mij op de eeuwige weg. - De Koning der eeuwen, de onvergankelijke, de onzienlijke, de enige God, zij eer en heerlijkheid in alle eeuwigheid! Amen.
- De Here zal mij beveiligen tegen alle boos opzet en behouden in zijn hemels Koninkrijk brengen. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid! Amen.
- Nimmer zal ik uw bevelen vergeten,
want door deze hebt Gij mij levend gemaakt. - Doch de God van alle genade, die u in Christus geroepen heeft tot zijn eeuwige heerlijkheid, Hij zal u, na een korte tijd van lijden, volmaken, bevestigen, sterken en grondvesten.
- Eer de bergen geboren waren,
en Gij aarde en wereld hadt voortgebracht,
ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God. - En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn.
- Werp uw bekommernis op de Here,
Hij zal voor u zorgen;
Hij zal nimmermeer toelaten, dat de rechtvaardige wankelt. - Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood, maar de genade, die God schenkt, is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Here.
- Bij U, Here, schuil ik,
laat mij nimmer beschaamd worden.
Doe mij ontkomen door uw gerechtigheid. - Hem nu, die blijkens de kracht, welke in ons werkt, bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij bidden of beseffen, Hem zij de heerlijkheid in de gemeente en in Christus Jezus tot in alle geslachten, van eeuwigheid tot eeuwigheid! Amen.
- Hierin is de liefde Gods jegens ons geopenbaard, dat God zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat wij zouden leven door Hem.
- Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet.
- Want zo zegt de Hoge en Verhevene, die in eeuwigheid troont en wiens naam de Heilige is: In den hoge en in het heilige woon Ik en bij de verbrijzelde en nederige van geest, om de geest der nederigen en het hart der verbrijzelden te doen opleven.
Gerelateerde onderwerpen
Eeuwig leven
En Ik geef hun...
Betrouwbaarheid
Maar wèl getrouw is...
Wet
Wat ik u heden...
Geloof
Daarom zeg Ik u...
God
De HERE, uw God...
Jezus
Jezus zag hen aan...