DailyVerses.netThema'sWillekeurige tekstInschrijven

Bijbelteksten over 'Volk'

  • De HEERE zal Zijn volk kracht geven,
    de HEERE zal Zijn volk zegenen met vrede.
  • Het heil is van de HEERE;
    Uw zegen is over Uw volk. Sela
  • Welzalig het volk dat de HEERE tot zijn God heeft,
    het volk dat Hij Zich als eigendom verkozen heeft.
  • Gerechtigheid verhoogt een volk,
    maar zonde is een schandvlek voor de natiën.
  • Want de HEERE is Zijn volk goedgezind,
    Hij zal de zachtmoedigen aanzien geven met heil.
  • Het volk zei tegen Jozua: Wij zullen de HEERE, onze God, dienen en wij zullen Zijn stem gehoorzamen.
  • En zij zal een Zoon baren, en u zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.
  • En de engel zei tegen hen: Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die voor heel het volk wezen zal.
  • Hij heeft Zichzelf voor ons gegeven, opdat Hij ons zou vrijkopen van alle wetteloosheid en voor Zichzelf een eigen volk zou reinigen, ijverig in goede werken.
  • En Nehemia (hij was Zijne Excellentie, de stadhouder), Ezra, de priester en schriftgeleerde, en de Levieten die het volk onderwezen, zeiden tegen heel het volk: Deze dag is heilig voor de HEERE uw God. Rouw dan niet en huil niet. Heel het volk huilde namelijk toen ze de woorden van de wet hoorden.
  • Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht.
  • Jullie weliswaar, jullie hebben kwaad tegen mij bedacht, maar God heeft dat ten goede gedacht, om te doen zoals het op deze dag is: een groot volk in leven te houden.
  • Ik ben gezocht door hen die naar Mij niet vroegen,
    Ik ben gevonden door hen die Mij niet zochten.
    Tegen het volk dat Mijn Naam niet aanriep
    heb Ik gezegd: Zie, hier ben Ik, zie, hier ben Ik.
  • Er blijft dus nog een sabbatsrust over voor het volk van God, want wie Zijn rust binnengegaan is, die heeft zelf ook van zijn werken gerust, zoals God van de Zijne.
  • Want wie ben ik, en wat is mijn volk, dat wij de kracht zouden hebben om vrijwillig te geven zoals dit? Want van U is alles, en uit Uw hand hebben wij het U gegeven.
  • Maar deze zaak heb Ik hun geboden: Luister naar Mijn stem. Dan zal Ik u tot een God zijn, en ú zult Mij tot een volk zijn. Bewandel heel de weg die Ik u gebieden zal en het zal u goed gaan.
  • En Jezus trok rond in heel Galilea, gaf onderwijs in hun synagogen en predikte het Evangelie van het Koninkrijk, en Hij genas elke ziekte en elke kwaal onder het volk.
  • En Mijn volk, waarover Mijn Naam is uitgeroepen, in ootmoed buigt en bidt, en zij Mijn aangezicht zoeken, en zij zich bekeren van hun slechte wegen, dan zal Ík vanuit de hemel horen, hun zonden vergeven en hun land genezen.
  • En Petrus opende zijn mond en zei: Ik zie nu in waarheid in dat God niet iemand om de persoon aanneemt; maar in ieder volk is degene die Hem vreest en gerechtigheid doet, Hem welgevallig.
  • Keer terug en zeg tegen Hizkia, de vorst van Mijn volk: Dit zegt de HEERE, de God van uw vader David: Ik heb uw gebed gehoord, Ik heb uw tranen gezien. Zie, Ik ga u gezond maken; op de derde dag zult u naar het huis van de HEERE gaan.
  • Maar Paulus zei: Johannes doopte wel een doop van bekering, maar hij zei ook tegen het volk dat zij moesten geloven in Hem Die na hem kwam, dat is in Christus Jezus.
  • En het geschiedde, toen al het volk gedoopt was, en Jezus ook gedoopt was en aan het bidden was, dat de hemel geopend werd, en dat de Heilige Geest op Hem neerdaalde in lichamelijke gedaante als een duif. En er kwam een stem uit de hemel die zei: U bent Mijn geliefde Zoon, in U heb Ik Mijn welbehagen!
  • En zij bleven dagelijks eensgezind in de tempel bijeenkomen, en terwijl zij van huis tot huis brood braken, namen zij gezamenlijk voedsel tot zich, met vreugde en in eenvoud van hart; en zij loofden God en vonden genade bij heel het volk. En de Heere voegde dagelijks mensen die zalig werden, aan de gemeente toe.
  • Maar door de hulp die ik van God gekregen heb, sta ik tot op deze dag als een getuige tegenover klein en groot, en zeg ik niets anders dan wat de Profeten en Mozes gezegd hebben dat er gebeuren zou, namelijk dat de Christus moest lijden en dat Hij, als Eerste uit de opstanding van de doden, een licht zou aankondigen aan dit volk en de heidenen.
  • U moet heilig voor Mij zijn, want Ik, de HEERE, ben heilig. Ik heb u van de volken afgezonderd om van Mij te zijn.
  • Wie is een God als U,
    Die de ongerechtigheid vergeeft,
    Die voorbijgaat aan de overtreding
    van het overblijfsel van Zijn eigendom?
    Hij zal niet voor eeuwig vasthouden aan Zijn toorn,
    want Hij vindt vreugde in goedertierenheid.
  • En ik hoorde een luide stem uit de hemel zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.
  • De HEERE zei tegen Mozes: Klim naar boven, naar Mij toe, de berg op, en blijf daar. Dan zal Ik u de stenen tafelen geven, de wet en de geboden, die Ik opgeschreven heb om hun te onderwijzen.
  • Laten wij ons dan beijveren om die rust binnen te gaan, opdat niemand door het volgen van dit voorbeeld van ongehoorzaamheid ten val zal komen.
  • En het gebeurde, omdat de vroedvrouwen God vreesden, dat Hij aan hen nakomelingen schonk.
  • U mag in uw hart uw broeder niet haten. U moet uw naaste zeker terechtwijzen, zodat u geen zonde op hem laadt. U mag geen wraak nemen of een wrok koesteren tegen uw volksgenoten, maar u moet uw naaste liefhebben als uzelf. Ik ben de HEERE.
  • Zoals een vader zich ontfermt over zijn kinderen,
    zo ontfermt de HEERE Zich over wie Hem vrezen.
  • Nu dan, als u nauwgezet Mijn stem gehoorzaamt en Mijn verbond in acht neemt, dan zult u uit alle volken Mijn persoonlijk eigendom zijn, want heel de aarde is van Mij.
  • Daar zal zijn een effen baan, een weg;
    de heilige weg zal hij genoemd worden.
    Een onreine zal er niet over gaan,
    want hij zal alleen voor hen zijn.
    Wie deze weg ook gaat,
    zelfs dwazen zullen niet dwalen.
  • Zo zegt de HEERE:
    Ga staan op de wegen, en zie,
    vraag naar de aloude paden,
    waar toch de goede weg is, en bewandel die.
    Dan zult u rust vinden voor uw ziel.
    Maar zij zeggen: Wij bewandelen die niet.
  • Ik zal het huis van Juda versterken,
    en het huis van Jozef zal Ik verlossen.
    Ik zal hen terugbrengen, want Ik heb Mij over hen ontfermd.
    Zij zullen zijn alsof Ik hen niet verstoten had.
    Ik ben immers de HEERE, hun God:
    Ik zal hen verhoren!
  • Want zo zegt de HEERE tegen het huis van Israël:
    Zoek Mij en leef!
  • Zoek de HEERE terwijl Hij te vinden is,
    roep Hem aan terwijl Hij nabij is.
  • Wanneer de HEERE, uw God, u gezegend heeft, zoals Hij tot u gesproken heeft, dan zult u aan vele volken leningen verstrekken, maar zelf zult u niets hoeven te lenen; en u zult over vele volken heersen, maar over u zullen zij niet heersen.
  • Ook wij allen immers zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt, hetzij dat wij Joden zijn, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen; en wij allen zijn van één Geest doordrenkt.
  • Want ik gebied u heden de HEERE, uw God, lief te hebben, in Zijn wegen te gaan en Zijn geboden, Zijn verordeningen en Zijn bepalingen in acht te nemen. Dan zult u leven en talrijk worden, en zal de HEERE, uw God, u zegenen in het land waar u naartoe gaat om het in bezit te nemen.
  • Zo bent u dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus Zelf de hoeksteen is.
  • Want Mijn gedachten zijn niet uw gedachten,
    en uw wegen zijn niet Mijn wegen,
    spreekt de HEERE.
  • Was u, reinig u!
    Doe uw slechte daden
    van voor Mijn ogen weg!
    Houd op met kwaad doen.
  • Daarna hoorde ik de stem van de Heere. Hij zei: Wie zal Ik zenden? Wie zal er voor Ons gaan? Toen zei ik: Zie, hier ben ik, zend mij.
  • Het is de goedertierenheid van de HEERE dat wij niet omgekomen zijn,
    dat Zijn barmhartigheid niet opgehouden is!
    Nieuw zijn ze, elke morgen;
    groot is Uw trouw!
  • Maar nu, in Christus Jezus, bent u, die voorheen veraf was, door het bloed van Christus dichtbij gekomen.
  • Maar ontucht en alle onreinheid of hebzucht, laten die onder u beslist niet genoemd worden, zoals het heiligen past.
  • Luister, Israël! De HEERE, onze God, de HEERE is één!
    Daarom zult u de HEERE, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw kracht.
  • Keer terug naar Mij,
    spreekt de HEERE van de legermachten,
    dan zal Ik naar u terugkeren,
    zegt de HEERE van de legermachten.