Bijbelteksten over 'Kinderen'
- Weest dan navolgers Gods, als geliefde kinderen.
- Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn.
- Zalig de vredestichters,
want zij zullen kinderen Gods genoemd worden. - De kroon der ouden zijn kindskinderen
en de eer der kinderen zijn hun ouders. - Gelijk zich een vader ontfermt over zijn kinderen,
ontfermt Zich de Here over wie Hem vrezen. - Groter blijdschap ken ik niet, dan dat ik hoor, dat mijn kinderen in de waarheid wandelen.
- En gij, vaders, verbittert uw kinderen niet, maar voedt hen op in de tucht en in de terechtwijzing des Heren.
- Want gij waart vroeger duisternis, maar thans zijt gij licht in de Here; wandelt als kinderen des lichts.
- Doch allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun, die in zijn naam geloven.
- Maar Jezus zeide: Laat de kinderen geworden en verhindert ze niet tot Mij te komen, want voor zodanigen is het Koninkrijk der hemelen.
- Och, hadden zij steeds zulk een hart om Mij te vrezen en om al mijn geboden te onderhouden, opdat het hun en hun kinderen voor altoos wèl mocht gaan!
- Ziet, welk een liefde ons de Vader heeft gegeven, dat wij kinderen Gods genoemd worden, en wij zijn het (ook). Daarom kent de wereld ons niet, omdat zij Hem niet kent.
- En verlangt als pasgeboren kinderen naar de redelijke, onvervalste melk, opdat gij daardoor moogt opwassen tot zaligheid.
- Jezus zeide: Voorwaar, Ik zeg u, er is niemand, die huis of broeders of zusters of moeder of vader of kinderen of akkers heeft prijsgegeven om Mij en om het evangelie, of hij ontvangt honderdvoudig terug: nu, in deze tijd, huizen en broeders en zusters en moeders en kinderen en akkers, met vervolgingen, en in de toekomende eeuw het eeuwige leven.
- Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader uit de hemel de heilige Geest geven aan hen, die Hem daarom bidden?
- Wat ik u heden gebied, zal in uw hart zijn, gij zult het uw kinderen inprenten en daarover spreken, wanneer gij in uw huis zit, wanneer gij onderweg zijt, wanneer gij nederligt en wanneer gij opstaat.
- Onderhoud dan zijn inzettingen en zijn geboden, die ik u heden opleg, opdat het u en uw kinderen na u wèl ga en opdat gij lang leeft in het land, dat de Here, uw God, u geven zal voor altijd.
- Kinderkens, wacht u voor de afgoden.
- Geen enkele weduwe of wees zult gij verdrukken. Indien gij dezen toch verdrukt, voorzeker zal Ik, indien zij luide tot Mij roepen, hun geroep horen, en mijn toorn zal ontbranden en Ik zal u met het zwaard doden, zodat uw vrouwen weduwen worden en uw kinderen wezen.
- Doet alles zonder morren of bedenkingen, opdat gij onberispelijk en onbesmet moogt zijn, onbesproken kinderen Gods te midden van een ontaard en verkeerd geslacht, waaronder gij schijnt als lichtende sterren in de wereld, het woord des levens vasthoudende.
- Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods en het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen; (maar) wij weten, dat, als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem gelijk zullen wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is. En een ieder, die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich, gelijk Hij rein is.
- Want allen, die door de Geest Gods geleid worden, zijn zonen Gods.
- Want met reikhalzend verlangen wacht de schepping op het openbaar worden der zonen Gods.
- Kinderkens, laten wij liefhebben niet met het woord of met de tong, maar met de daad en in waarheid.
- Want gij hebt niet ontvangen een geest van slavernij om opnieuw te vrezen, maar gij hebt ontvangen de Geest van het zoonschap, door welke wij roepen: Abba, Vader.
- Gij zult uw broeder in uw hart niet haten; openlijk zult gij uw volksgenoot terechtwijzen en niet ter wille van hem zonde op u laden. Gij zult niet wraakzuchtig en haatdragend zijn tegenover de kinderen van uw volk, maar uw naaste liefhebben als uzelf: Ik ben de Here.
- Maar de goedertierenheid des Heren is van eeuwigheid
tot eeuwigheid over wie Hem vrezen,
en zijn gerechtigheid over kindskinderen,
over hen die zijn verbond onderhouden,
en aan zijn bevelen denken om die te doen. - Want gij zijt allen zonen van God, door het geloof, in Christus Jezus. Want gij allen, die in Christus gedoopt zijt, hebt u met Christus bekleed.
- Een wijs zoon verheugt zijn vader,
maar een dwaas zoon is een bekommering voor zijn moeder. - Gíj zijt uit God, kinderkens, en gij hebt hen overwonnen; want Hij, die in u is, is meerder dan die in de wereld is.
- En nu, kinderkens, blijft in Hem, opdat wij, als Hij zal geopenbaard worden, vrijmoedigheid hebben en voor Hem niet beschaamd staan bij zijn komst.
- De dwaas versmaadt de tucht van zijn vader,
maar wie de terechtwijzing ter harte neemt, is verstandig. - Oefen de knaap volgens de eis van zijn weg,
ook wanneer hij oud geworden is, zal hij daarvan niet afwijken. - En daar de vroedvrouwen God vreesden, gaf Hij haar ieder een gezin.
- Richt de geringe en de wees,
doet recht de ellendige en de behoeftige. - Veracht, mijn zoon, de tuchtiging des Heren niet
en keer u niet met weerzin af van zijn bestraffing.
Want de Here bestraft wie Hij liefheeft,
ja, gelijk een vader een zoon, aan wie hij welgevallen heeft. - En God zegende hen en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde en onderwerpt haar, heerst over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt.
- De Here behoedt de vreemdelingen,
wees en weduwe houdt Hij staande,
maar de weg der goddelozen maakt Hij krom. - Erken dan van harte, dat de Here, uw God, u vermaant, zoals een man zijn zoon vermaant.
- Leert goed te doen, tracht naar recht, houdt de geweldenaar in toom, doet recht aan de wees, verdedigt de rechtszaak der weduwe.
- Want ik redde de ellendige die om hulp riep,
de wees en hem die geen helper had;
de zegenwens van wie dreigde onder te gaan, kwam op mij,
en het hart der weduwe deed ik jubelen. - Zuivere en onbevlekte godsdienst voor God, de Vader, is: omzien naar wezen en weduwen in hun druk en zichzelf onbesmet van de wereld bewaren.
- Door het geloof heeft ook Sara kracht ontvangen om moeder te worden, en dat ondanks haar hoge leeftijd, daar zij Hem, die het beloofd had, betrouwbaar achtte.
- Zingt Gode, psalmzingt zijn naam,
baant de weg voor Hem die door de vlakten rijdt;
Here is zijn naam, juicht dan voor zijn aangezicht.
Hij is de vader der wezen en de rechter der weduwen,
God in zijn heilige woning. - Hun heeft God willen bekendmaken, hoe rijk de heerlijkheid van dit geheimenis is onder de heidenen: Christus onder u, de hoop der heerlijkheid.
- Want de Here bemint het recht,
en Hij verlaat zijn gunstgenoten niet.
Voor altoos blijven zij bewaard,
maar het nageslacht der goddelozen wordt uitgeroeid. - Zo zegt de Here der heerscharen: spreekt eerlijk recht en bewijst elkander liefde en barmhartigheid; verdrukt weduwe noch wees, bijwoner noch arme, en beraamt niet in uw hart elkanders onheil?
- Indien gij niet hoort, en indien gij het niet ter harte neemt mijn naam eer te geven, zegt de Here der heerscharen, dan zal Ik onder u een vloek zenden en uw zegeningen in vloek verkeren; ja, Ik heb ze reeds in vloek verkeerd, omdat gij het niet ter harte genomen hebt.
- Doordat ik u heden gebied de Here, uw God, lief te hebben door in zijn wegen te wandelen en zijn geboden, inzettingen en verordeningen te onderhouden, opdat gij leeft en talrijk wordt en de Here, uw God, u zegene in het land, dat gij in bezit gaat nemen.
- Neen, als gij werkelijk uw handel en wandel betert, als gij werkelijk onder elkander recht doet, vreemdeling, wees en weduwe niet verdrukt, geen onschuldig bloed vergiet op deze plaats en andere goden niet achternaloopt, u tot onheil, dan wil Ik u op deze plaats, in het land dat Ik aan uw vaderen gegeven heb, laten wonen van eeuw tot eeuw.
Gerelateerde onderwerpen
Kinderen
Maar Jezus zeide: Laat...
Familie
Wat ik u heden...
Geest
De Here nu is...
Zegen
De HERE zegene u...
Vader
Gelijk zich een vader...
Wet
Wat ik u heden...