Bijbelteksten over 'Kwaad'
- Pas op dat niemand een ander kwaad met kwaad vergeldt, maar jaag altijd het goede na, én voor elkaar én voor allen.
- En wie is het die u kwaad zal doen, als u navolgers bent van het goede?
- Vergeld geen kwaad met kwaad of laster met laster, maar zegen daarentegen, omdat u weet dat u daartoe geroepen bent, opdat u zegen zult beërven.
- De liefde doet de naaste geen kwaad. Daarom is de liefde de vervulling van de wet.
- Was u, reinig u!
Doe uw slechte daden
van voor Mijn ogen weg!
Houd op met kwaad doen. - Bedrog is in het hart van wie kwaad smeden,
maar wie vrede aanraden, hebben blijdschap. - Beproef alle dingen, behoud het goede. Onthoud u van elke vorm van kwaad.
- Het aangezicht van de HEERE is tegen hen die kwaad doen:
Hij zal hun nagedachtenis van de aarde uitroeien. - Keer je af van het kwaad en doe het goede;
zoek de vrede en jaag die na. - Zalig bent u als men u smaadt en vervolgt, en door te liegen allerlei kwaad tegen u spreekt, omwille van Mij.
- Behoed je tong voor het kwaad
en je lippen voor het spreken van bedrog. - De HEERE zal u bewaren voor alle kwaad,
uw ziel zal Hij bewaren.
De HEERE zal uw uitgaan en uw ingaan bewaren,
van nu aan tot in eeuwigheid. - Want geldzucht is een wortel van alle kwaad. Door daarnaar te verlangen, zijn sommigen afgedwaald van het geloof, en hebben zich met vele smarten doorstoken.
- Wees dan niet bezorgd over de dag van morgen, want de dag van morgen zal voor zichzelf zorgen; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.
- Want wie het leven wil liefhebben en goede dagen zien, die moet zijn tong weerhouden van het kwaad, en zijn lippen van het spreken van bedrog; die moet zich afkeren van het kwaad en het goede doen; die moet vrede zoeken en die najagen.
- Jullie weliswaar, jullie hebben kwaad tegen mij bedacht, maar God heeft dat ten goede gedacht, om te doen zoals het op deze dag is: een groot volk in leven te houden.
- Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood,
ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij;
Uw stok en Uw staf,
die vertroosten mij. - Let er dan op dat u nauwgezet wandelt, niet als dwazen, maar als wijzen,
en buit de geschikte tijd uit, omdat de dagen vol kwaad zijn. - Hij die oprecht wandelt en gerechtigheid beoefent,
die met zijn hart de waarheid spreekt.
Die met zijn tong niet lastert,
zijn vrienden geen kwaad doet
en geen smaad jegens zijn naaste op de lippen neemt. - Neem daarom de hele wapenrusting van God aan, opdat u weerstand kunt bieden op de dag van het kwaad, en na alles gedaan te hebben, stand kunt houden.
- Wie haat toedekt, heeft valse lippen,
en wie een kwaad gerucht verspreidt, die is een dwaas. - Word niet overwonnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.
- Want de ogen van de Heere rusten op de rechtvaardigen, en Zijn oren zijn gericht op hun gebed; maar het aangezicht van de Heere is tegen hen die kwaad doen.
- Wijk niet af naar rechts of naar links,
keer je voet af van het kwade! - Wees niet wijs in je eigen ogen:
vrees de HEERE en keer je af van het kwade.
Het zal een medicijn zijn voor je navel
en verfrissing voor je beenderen. - Een schrandere ziet het kwaad en verbergt zich,
maar onverstandigen gaan door en zullen daarvoor boeten. - Laat mijn voetstappen vaststaan in Uw woord,
laat geen enkel onrecht over mij heersen. - Omdat het vonnis over een slechte daad niet snel geveld wordt, daarom blijft het hart van de mensenkinderen in hen vervuld van kwaaddoen.
- Zo zegt de HEERE van de legermachten:
Vel een betrouwbaar oordeel,
bewijs goedertierenheid en barmhartigheid,
eenieder aan zijn naaste.
Onderdruk weduwe noch wees,
vreemdeling noch arme.
Bedenk in uw hart
geen kwaad tegen elkaar. - Toen zei de HEERE God: Zie, de mens is geworden als één van Ons, omdat hij goed en kwaad kent. Nu dan, laat hij zijn hand niet uitsteken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij eeuwig zou leven! Daarom zond de HEERE God hem weg uit de hof van Eden, om de aardbodem te bewerken, waaruit hij genomen was.
- De vreze des HEEREN is het kwade te haten;
hoogmoed, trots en de verkeerde weg
en een mond vol verderfelijke dingen haat Ik. - Laat de liefde ongeveinsd zijn. Heb een afkeer van het kwade en houd vast aan het goede.
- De prikkel nu van de dood is de zonde, en de kracht van de zonde is de wet.
- Ik immers, Ik ken de gedachten die Ik over u koester, spreekt de HEERE. Het zijn gedachten van vrede en niet van kwaad, namelijk om u toekomst en hoop te geven.
- De liefde is geduldig,
zij is vriendelijk,
de liefde is niet jaloers,
de liefde pronkt niet,
zij doet niet gewichtig,
zij handelt niet ongepast,
zij zoekt niet haar eigen belang,
zij wordt niet verbitterd,
zij denkt geen kwaad. - En scheur uw hart
en niet uw kleren.
Bekeer u tot de HEERE, uw God,
want Hij is genadig en barmhartig,
geduldig en rijk aan goedertierenheid,
en Hij heeft berouw over het kwaad. - Want de gebruiken van die volken zijn onzinnig:
het is immers een stuk hout, iemand heeft het uit het bos gekapt,
vakwerk met de bijl.
Met zilver en met goud maken ze het mooi,
met spijkers en met hamers zetten ze het vast,
zodat het niet kan wiebelen.
Ze zijn als een vogelverschrikker op een komkommerveld, want spreken kunnen ze niet.
Ze moeten helemaal gedragen worden, want ze kunnen geen stap verzetten.
Wees niet bevreesd voor hen, want kwaad kunnen ze niet doen,
maar ook goeddoen is er bij hen niet bij. - En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.
- Maar de Heere is getrouw, Die u zal versterken en bewaren voor de boze.
- Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten.
- Als iemand de tempel van God te gronde richt, zal God hem te gronde richten, want de tempel van God is heilig, en deze tempel bent u.
- Toen zag God wat zij deden, dat zij zich bekeerden van hun slechte weg. En God kreeg berouw over het kwade dat Hij gezegd had hun te zullen aandoen, en Hij deed het niet.
- Want waar afgunst en eigenbelang is, daar heersen wanorde en allerlei kwade praktijken.
- Ik bid niet dat U hen uit de wereld wegneemt, maar dat U hen bewaart voor de boze.
- Opdat, evenals de zonde geregeerd heeft tot de dood, zo ook de genade zou regeren door gerechtigheid tot het eeuwige leven, door Jezus Christus, onze Heere.
- Wat zullen wij dan over deze dingen zeggen? Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?
- Hij is de rots, Wiens werk volmaakt is,
want al Zijn wegen zijn een en al recht.
God is waarheid en geen onrecht;
rechtvaardig en waarachtig is Hij. - Maar laat uw woord ja ja zijn en uw nee nee; wat hierboven uitgaat, is uit de boze.
- U die de HEERE liefhebt, haat het kwade.
Hij bewaart de ziel van Zijn gunstelingen,
Hij redt hen uit de hand van de goddelozen. - Laat niemand zeggen, als hij verzocht wordt: Ik word door God verzocht. God immers kan niet verzocht worden met het kwade en Hijzelf verzoekt niemand.
Gerelateerde onderwerpen
Kwaad
Word niet overwonnen door...
Liegen
Valse lippen zijn voor...
Leven
De HEERE zal u...
Roddelen
Een verderfelijke man brengt...
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en goedertierenheid...
Goedheid
Maar wees ten opzichte...