Bijbelteksten over 'Licht'
En God zei: Laat er licht zijn! En er was licht. | Toen zei God: ‘Er moet licht komen.’ En er kwam licht. |
Want u was voorheen duisternis, maar nu bent u licht in de Heere; wandel als kinderen van het licht. | Want vroeger hoorden jullie bij het donker, maar nu horen jullie bij het licht van de Heer. Leef als kinderen van dat licht. |
Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad. | Uw woorden zijn voor mij als een lamp in het donker, als een licht in mijn leven. |
En het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen. | Hij is het licht dat schijnt in het donker. En het licht heeft het gewonnen van het donker. |
Het opengaan van Uw woorden geeft licht, het schenkt eenvoudigen inzicht. | Uw woorden brengen licht in het donker. Zo weten mensen hoe ze moeten leven. |
Sta op, word verlicht, want uw licht komt en de heerlijkheid van de HEERE gaat over u op. | Jeruzalem, wees niet langer bedroefd. Laat het licht over je schijnen, het licht van de Heer. Hij komt naar je toe als een stralende zon. |
Jezus dan sprak opnieuw tot hen en zei: Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben. | Later sprak Jezus opnieuw tegen de mensen. Hij zei: ‘Ik ben het licht voor de wereld. Als je mij volgt, leef je niet meer in het donker. Dan hoor je bij het licht dat leven geeft.’ |
Maar als wij in het licht wandelen, zoals Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkaar, en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde. | Maar als we leven in het licht, net zoals God in het licht is, dan zijn we als gelovigen met elkaar verbonden. Onze zonden worden dan vergeven. En we worden helemaal rein door het bloed van Gods Zoon, die voor ons gestorven is. |
U bent het licht van de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen zijn. | Jullie zijn het licht in deze wereld. Een stad op een berg is voor iedereen zichtbaar. |
Hij openbaart diepe en verborgen dingen, Hij weet wat in het duister is, want het licht woont bij Hem. | Voor u is niets verborgen. Bij u is alles licht. U kent alles wat in het donker is. |
Maar wie de waarheid doet, komt tot het licht, opdat van zijn werken openbaar wordt dat ze in God gedaan zijn. | Maar iemand die goed leeft en trouw is, zoekt het licht juist op. Dan wordt duidelijk dat hij dicht bij God leeft. |
De HEERE is mijn licht en mijn heil, voor wie zou ik vrezen? De HEERE is mijn levenskracht, voor wie zou ik angst hebben? | De Heer helpt mij altijd, hij is als een licht in het donker. Ik ben voor niemand bang. Bij de Heer ben ik veilig, daarom heb ik geen angst. |
En dit is de boodschap die wij van Hem gehoord hebben en aan u verkondigen, dat God licht is en dat in Hem in het geheel geen duisternis is. | Dit is de boodschap die we van Gods Zoon gehoord hebben, en die we aan jullie vertellen: God is licht. Er is helemaal geen duisternis in hem. |
Vorm geen ongelijk span met ongelovigen, want wat heeft gerechtigheid gemeenschappelijk met wetteloosheid, en welke gemeenschap is er tussen licht en duisternis? | Jullie mogen je leven niet delen met ongelovigen, want jullie passen niet bij hen. Het doen van Gods wil heeft niets te maken met het doen van slechte dingen. Net zoals licht niets te maken heeft met donker. |
En niemand die een lamp aansteekt, plaatst er een vat overheen of zet hem onder een bed, maar hij zet hem op een standaard, opdat zij die binnenkomen, het licht kunnen zien. | Jezus zei tegen de mensen: ‘Niemand zet een brandende lamp onder een emmer of onder een bed. Je zet een lamp juist hoog. Dan kan iedereen die binnenkomt, het licht goed zien.’ |
Zo immers heeft de Heere ons geboden: Ik heb u tot een licht voor de heidenen gesteld, opdat u tot zaligheid zou zijn tot aan het uiterste van de aarde. | Want in de heilige boeken zegt God tegen ons: «Ik heb jullie uitgekozen om een redder te zijn voor alle volken. Jullie moeten overal op aarde redding brengen.» |
En ook steekt men geen lamp aan en zet die onder de korenmaat, maar op de standaard, en hij schijnt voor allen die in het huis zijn. Laat uw licht zo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken zien en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken. | Niemand zet een brandende lamp onder een emmer. Je zet een lamp juist hoog. Dan schijnt het licht voor alle mensen in huis. Zo moeten ook jullie een licht zijn en schijnen voor alle mensen. Dan zien ze de goede dingen die jullie doen. En dan zullen ze jullie hemelse Vader eren. |
Want de vrucht van de Geest bestaat in alle goedheid en rechtvaardigheid en waarheid. | Want alleen in dat licht kunnen goedheid, eerlijkheid en trouw groeien. |
Daarom, al wat u in het duister gezegd hebt, zal in het licht gehoord worden en wat u in de binnenkamers in iemands oor gesproken hebt, zal op de daken gepredikt worden. | Nu is alles waarover jullie praten, nog geheim. Maar straks zal iedereen het te horen krijgen. |
Wentel uw weg op de HEERE en vertrouw op Hem: Híj zal het doen. Hij zal uw gerechtigheid tevoorschijn doen komen als het morgenlicht, uw recht doen stralen als de middagzon. | Laat je leiden door de Heer. Vertrouw op hem, hij zal je helpen. Hij zal je alles geven waar je recht op hebt. Je zult stralen als het licht in de ochtend, als de zon in de middag. |
Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel; want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht. | Doe wat ik je zeg, en leer van mij. Je moet vriendelijk zijn, net als ik, en jezelf niet het belangrijkste vinden. Dan zul je werkelijk rust vinden. Wat ik van je vraag, is eenvoudig. Wat ik van je eis, is niet zwaar. |
Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht. | Jullie zijn door God uitgekozen, en jullie horen bij hem. Nu zijn jullie een heilig volk, een volk van priesters. God heeft jullie uit de duisternis geroepen om te leven in zijn schitterende licht. Nu kunnen jullie iedereen vertellen over de grote wonderen van God. |
Want zij hebben het land niet door hun zwaard in bezit genomen en hún arm heeft hun geen verlossing gegeven, maar Uw rechterhand, Uw arm en het licht van Uw aangezicht, omdat U hun goedgezind was. | Ze kregen het land niet op eigen kracht, niet door hun wapens en hun leger. U hebt hun het land gegeven, u hebt hen geholpen met uw macht. U hebt hen beschermd, omdat u van hen hield. |
Want Ú doet mijn lamp schijnen, HEERE; mijn God doet mijn duisternis opklaren. | Heer, mijn God, u brengt licht in mijn leven. U helpt me als ik het moeilijk heb. |
Maar door de hulp die ik van God gekregen heb, sta ik tot op deze dag als een getuige tegenover klein en groot, en zeg ik niets anders dan wat de Profeten en Mozes gezegd hebben dat er gebeuren zou, namelijk dat de Christus moest lijden en dat Hij, als Eerste uit de opstanding van de doden, een licht zou aankondigen aan dit volk en de heidenen. | Maar God hielp me, zoals altijd. En dus vertel ik nog steeds aan iedereen over de messias. Mozes en de profeten hebben al gezegd wat er met de messias zou gebeuren. En ik vertel precies hetzelfde: De messias zou lijden en sterven, en als eerste opstaan uit de dood. En hij zou een boodschap van redding brengen aan alle volken. |
Gerelateerde onderwerpen
Licht
Sta op, word verlicht...
Leven
De HEERE zal u...
Evangelisatie
Zo immers heeft de...
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en goedertierenheid...
God
De HEERE, uw God...
Zonde
Of weet u niet...