- Vrouwen, weest uw man onderdanig, gelijk het betaamt in de Here.
Mannen, hebt uw vrouw lief en weest niet ruw tegen haar. - Nadert tot God, en Hij zal tot u naderen. Reinigt uw handen, zondaars, en zuivert uw harten, gij, die innerlijk verdeeld zijt.
- Want indien gij met uw mond belijdt, dat Jezus Heer is, en met uw hart gelooft, dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij behouden worden.
- De Here is groot en zeer te prijzen,
zijn grootheid is ondoorgrondelijk. - Maar laat, als gij aalmoezen geeft, uw linkerhand niet weten wat uw rechter doet, opdat uw aalmoes in het verborgene zij, en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden.
- Laten uw ogen voorwaarts blikken
en uw oogopslag rechtuit zijn. - De Here zal u bewaren voor alle kwaad,
Hij zal uw ziel bewaren.
De Here zal uw uitgang en uw ingang bewaren
van nu aan tot in eeuwigheid. - Gij zult niet doodslaan, gij zult niet echtbreken, gij zult niet stelen, gij zult geen vals getuigenis geven, eer uw vader en uw moeder, en gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.
- Want Ik, de Here, uw God, grijp uw rechterhand vast; die tot u zeg: Vrees niet, Ik help u.
- Maar in uw grote barmhartigheid hebt Gij niet voorgoed met hen afgerekend en hen niet verlaten, want Gij zijt een genadig en barmhartig God.
- Laat uw voet een effen pad inslaan
en laten al uw wegen vast zijn. - Maar indien gij de mensen niet vergeeft, zal ook uw Vader uw overtredingen niet vergeven.
- Bewaar uw tong voor het kwade
en uw lippen voor het spreken van bedrog. - Wentel uw weg op de Here en vertrouw op Hem,
en Hij zal het maken;
Hij zal uw gerechtigheid doen opgaan als het licht,
en uw recht als de middag. - Van ganser harte verlang ik naar U in de nacht, ja, uit het diepst van mijn gemoed zoek ik U; want wanneer uw gerichten op de aarde zijn, leren de inwoners der wereld gerechtigheid.
- Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.
- Weest sterk en uw hart zij onversaagd,
gij allen, die op de Here hoopt. - Verhef U boven de hemelen, o God;
uw heerlijkheid zij over de ganse aarde. - Wat ziet gij de splinter in het oog van uw broeder, maar de balk in uw eigen oog bemerkt gij niet?
- Verhef U boven de hemelen, o God,
uw heerlijkheid zij over de ganse aarde. - Wie toch ben ik, en wat is mijn volk, dat wij in staat zouden zijn zulke vrijwillige gaven te schenken? Want het komt alles van U, en wij geven het U uit uw hand.
- Gij zult uw broeder in uw hart niet haten; openlijk zult gij uw volksgenoot terechtwijzen en niet ter wille van hem zonde op u laden. Gij zult niet wraakzuchtig en haatdragend zijn tegenover de kinderen van uw volk, maar uw naaste liefhebben als uzelf: Ik ben de Here.
- Vereer de Here met uw rijkdom
en met de eerstelingen van al uw inkomsten. - Want mijn gedachten zijn niet uw gedachten en uw wegen zijn niet mijn wegen, luidt het woord des Heren.
- Ik zoek U met mijn ganse hart,
laat mij niet van uw geboden afdwalen.
Gerelateerde onderwerpen
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en liefde...
Zonde
Of weet gij niet...
Aanbidding
O HERE, Gij zijt...
Geven
En ieder doe, naardat...
Leven
De HERE zal u...
Wet
Wat ik u heden...