DailyVerses.netThema'sWillekeurige tekstInschrijven

Bijbelteksten over 'Daden'

  • Loof de HEERE, roep Zijn Naam aan,
    maak Zijn daden bekend onder de volken.
  • Was u, reinig u!
    Doe uw slechte daden
    van voor Mijn ogen weg!
    Houd op met kwaad doen.
  • Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid van Zijn Vader, met Zijn engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden.
  • Op die dag zult u zeggen:
    Dank de HEERE, roep Zijn Naam aan,
    maak Zijn daden bekend onder de volken,
    roep in herinnering dat Zijn Naam hoogverheven is.
  • En alles wat u doet met woorden of met daden, doe dat alles in de Naam van de Heere Jezus, terwijl u God en de Vader dankt door Hem.
  • God, Die Zijn Kind Jezus heeft doen opstaan, heeft Hem eerst naar u gezonden om u hierin te zegenen dat Hij ieder van u zou afbrengen van zijn slechte daden.
  • Ik, Nebukadnezar, prijs, roem en verheerlijk nu de Hemelkoning, omdat al Zijn daden waarheid zijn en Zijn paden gerechtigheid: Hij is in staat te vernederen wie in hoogmoed hun weg gaan.
  • Arglistig is het hart, boven alles,
    ja, ongeneeslijk is het, wie zal het kennen?
    Ik, de HEERE, doorgrond het hart,
    beproef de nieren,
    en dat om ieder te geven overeenkomstig zijn wegen,
    overeenkomstig de vrucht van zijn daden.
  • Ook de goedertierenheid is van U, Heere,
    want U zult eenieder vergelden naar zijn werk.
  • Lieg niet tegen elkaar, aangezien u de oude mens met zijn daden uitgetrokken hebt,
    en de nieuwe mens aangetrokken hebt, die vernieuwd wordt tot kennis, overeenkomstig het beeld van Hem Die hem geschapen heeft.
  • Wees niet als uw vaderen, tot wie de vroegere profeten gepredikt hebben: Zo zegt de HEERE van de legermachten: Bekeer u toch van uw slechte wegen en van uw slechte daden. Maar zij luisterden niet en sloegen geen acht op Mij, spreekt de HEERE.
  • Mijn lieve kinderen, laten wij niet liefhebben met het woord of met de tong, maar met de daad en in waarheid.
  • Die ieder vergelden zal naar zijn werken.
  • Als u echter uw wegen en uw daden werkelijk betert, als u werkelijk recht doet tussen iemand en zijn naaste, als u de vreemdeling, de wees en de weduwe niet onderdrukt, geen onschuldig bloed in deze plaats vergiet, en geen andere goden achternagaat, uzelf ten kwade, dan zal Ik u in deze plaats, in het land dat Ik uw vaderen gegeven heb, laten wonen, eeuw uit en eeuw in.
  • En ik zag de doden, klein en groot, voor God staan. En de boeken werden geopend en nog een ander boek werd geopend, namelijk het boek des levens. En de doden werden geoordeeld overeenkomstig wat in de boeken geschreven stond, overeenkomstig hun werken. En de zee gaf de doden die in haar waren. Ook de dood en het rijk van de dood gaven de doden die in hen waren, en zij werden geoordeeld, ieder overeenkomstig zijn werken.
  • Maakte Hij ons zalig, niet op grond van de werken van rechtvaardigheid die wij gedaan hadden, maar vanwege Zijn barmhartigheid, door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwing door de Heilige Geest.
  • O, diepte van rijkdom, zowel van wijsheid als van kennis van God, hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen!
  • Kom nu, laten wij samen een rechtszaak voeren,
    zegt de HEERE.
    Al waren uw zonden als scharlaken,
    ze zullen wit worden als sneeuw;
    al waren ze rood als karmozijn,
    ze zullen worden als witte wol.
  • Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht.
  • Evenzo wil ik dat de vrouwen zich tooien met eerbare kleding, ingetogen en bezonnen, niet met het vlechten van het haar of met goud of parels of kostbare kleren, maar met goede werken, wat bij vrouwen past die belijden godvrezend te zijn.
  • Maar de wijsheid die van boven is, is ten eerste rein, vervolgens vreedzaam, welwillend, voor rede vatbaar, vol barmhartigheid en goede vruchten, onpartijdig en ongeveinsd.
  • Zing psalmen voor de HEERE, want Hij heeft zeer grote dingen gedaan.
    Laat dit bekend worden over heel de aarde!
  • En zie, Ik kom spoedig en Mijn loon is bij Mij om aan ieder te vergelden zoals zijn werk zal zijn.
  • In Christus Jezus heeft namelijk niet het besneden zijn enige kracht, en ook niet het onbesneden zijn, maar het geloof, dat door de liefde werkzaam is.
  • Zo zal Mijn woord zijn dat uit Mijn mond uitgaat:
    het zal niet vruchteloos tot Mij terugkeren,
    maar het zal doen wat Mij behaagt,
    en het zal voorspoedig zijn in hetgeen waartoe Ik het zend.
  • En de Heere zal mij bevrijden van alle boze opzet en mij verlossen tot de komst van Zijn hemels Koninkrijk. Hem zij de heerlijkheid tot in alle eeuwigheid. Amen.
  • Wees mij genadig, o God, overeenkomstig Uw goedertierenheid,
    delg mijn overtreding uit overeenkomstig Uw grote barmhartigheid.
    Was mij schoon van mijn ongerechtigheid,
    reinig mij van mijn zonde.
  • Hij nu Die de zaaier zaad verschaft, moge ook brood tot voedsel schenken en uw zaaigoed doen toenemen en de vruchten van uw gerechtigheid vermeerderen.
  • Evenmin als u weet wat de richting van de wind is, of hoe het gaat met de beenderen in de buik van een zwangere vrouw, evenmin kent u het werk van God, Die alles maakt.
  • Vrees alleen de HEERE, en dien Hem trouw met uw hele hart, want zie welke grote dingen Hij bij u gedaan heeft.
  • Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.
  • HEERE, U bent mijn God,
    ik zal U roemen, Uw Naam loof ik.
    Want U hebt wonderen gedaan.
    Uw raadsbesluiten zijn van oudsher vast en zeker.
  • Wie de zonde doet, is uit de duivel; want de duivel zondigt vanaf het begin. Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, dat Hij de werken van de duivel verbreken zou.
  • Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God; niet uit werken, opdat niemand zou roemen.
  • Hij heeft ons zalig gemaakt en geroepen met een heilige roeping, niet overeenkomstig onze werken, maar overeenkomstig Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus vóór de tijden der eeuwen.
  • Hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door de eeuwige Geest Zichzelf smetteloos aan God geofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken om de levende God te dienen!
  • En laten wij op elkaar letten door elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken. Laten wij de onderlinge bijeenkomst niet nalaten, zoals het bij sommigen de gewoonte is, maar elkaar aansporen, en dat zoveel te meer als u de grote dag ziet naderen.
  • En ook steekt men geen lamp aan en zet die onder de korenmaat, maar op de standaard, en hij schijnt voor allen die in het huis zijn. Laat uw licht zo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken zien en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken.
  • Laten wij daarom het eerste onderwijs met betrekking tot Christus laten rusten, en doorgaan tot de volmaaktheid, zonder opnieuw het fundament te leggen van bekering van dode werken en van geloof in God, van de leer van de dopen, van de handoplegging, van de opstanding van de doden en van het eeuwig oordeel.
  • En Hij gaf onderwijs op de sabbat in één van de synagogen. En zie, er was een vrouw die achttien jaar lang een geest had die haar ziek maakte en zij was kromgebogen en kon zich in het geheel niet oprichten. En toen Jezus haar zag, riep Hij haar bij Zich en zei tegen haar: Vrouw, u bent verlost van uw ziekte. En Hij legde de handen op haar en zij werd onmiddellijk weer opgericht en verheerlijkte God. En het hoofd van de synagoge, die verontwaardigd was dat Jezus op de sabbat genas, antwoordde en zei tegen de menigte: Er zijn zes dagen waarop men moet werken. Kom dan daarop en laat u genezen, maar niet op de dag van de sabbat. De Heere dan antwoordde hem en zei: Huichelaar, maakt niet ieder van u op de sabbat zijn os of ezel van de voederbak los en leidt hem weg om hem te laten drinken? En moest dan deze vrouw, die een dochter van Abraham is en die de satan, zie, nu achttien jaar gebonden had, niet losgemaakt worden van deze band op de dag van de sabbat? En toen Hij dit zei, stonden al Zijn tegenstanders beschaamd en de hele menigte was blij om alle heerlijke dingen die door Hem gebeurden.