Bijbelteksten over 'Delen'
- Want ik verlang u te zien om u enige geestelijke gave mede te delen tot uw versterking, dat is te zeggen: onder u mede bemoedigd te worden door elkanders geloof, van u zowel als van mij.
- Want gelijk het lichaam één is en vele leden heeft, en al de leden van het lichaam, hoe vele ook, één lichaam vormen, zo ook Christus.
- Hij antwoordde en zeide: Wie een dubbel stel klederen heeft, dele mede aan wie er geen heeft, en wie spijzen heeft, doe evenzo.
- Want, gelijk wij in één lichaam vele leden hebben, en de leden niet alle dezelfde werkzaamheden hebben, zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden ten opzichte van elkander.
- Want gelijk het lijden van Christus overvloedig over ons komt, zo valt ons door Christus ook overvloedig vertroosting ten deel.
- Hieraan onderkennen wij, dat wij in Hem blijven en Hij in ons, dat Hij ons van zijn Geest gegeven heeft.
- De begerigheid begeert de ganse dag,
maar de rechtvaardige geeft en houdt niet terug. - Want indien wij samengegroeid zijn met hetgeen gelijk is aan zijn dood, zullen wij het ook zijn (met hetgeen gelijk is) aan zijn opstanding; dit weten wij immers, dat onze oude mens medegekruisigd is, opdat aan het lichaam der zonde zijn kracht zou ontnomen worden en wij niet langer slaven der zonde zouden zijn.
- Keert u tot mijn vermaning!
Zie, ik wil mijn geest voor u uitstorten,
u mijn woorden bekendmaken. - Mijn God zal in al uw behoeften naar zijn rijkdom heerlijk voorzien, in Christus Jezus.
- (Dit alles) om Hem te kennen en de kracht zijner opstanding en de gemeenschap aan zijn lijden, of ik, aan zijn dood gelijkvormig wordende.
- Toen nam Hij de vijf broden en de twee vissen, en Hij zag op naar de hemel, sprak de zegen uit en brak ze, en Hij gaf ze aan de discipelen om ze aan de schare voor te zetten. En zij aten en werden allen verzadigd en het overschot werd door hen opgeraapt: twaalf manden met brokken.
- Daartoe heeft Hij u ook door ons evangelie geroepen tot het verkrijgen van de heerlijkheid van onze Here Jezus Christus.
- En zij bleven volharden bij het onderwijs der apostelen en de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden.
- Vormt geen ongelijk span met ongelovigen, want wat heeft gerechtigheid gemeen met wetteloosheid, of welke gemeenschap heeft het licht met de duisternis?
- Zijn goddelijke kracht immers heeft ons met alles, wat tot leven en godsvrucht strekt, begiftigd door de kennis van Hem, die ons geroepen heeft door zijn heerlijkheid en macht.
- Want wij wandelen in geloof, niet in aanschouwen.
- Aanvaardt de zwakke in het geloof, maar niet om overwegingen te beoordelen.
- Dan zal ik wandelen op ruime baan,
want ik zoek uw bevelen. - Leugenlippen zijn de Here een gruwel,
maar wie trouw handelen, zijn Hem welgevallig. - Hij bewaart hulp voor de oprechten,
Hij is een schild voor wie onberispelijk wandelen. - Groter blijdschap ken ik niet, dan dat ik hoor, dat mijn kinderen in de waarheid wandelen.
- En onderhoud de geboden van de Here, uw God, door in zijn wegen te wandelen en Hem te vrezen.
- Het huwelijk zij in ere bij allen en het bed onbezoedeld, want hoereerders en echtbrekers zal God oordelen.
- Maar tot u, die Mij hoort, zeg ik: Hebt uw vijanden lief, doet wel degenen, die u haten; zegent wie u vervloeken; bidt voor wie u smadelijk behandelen.
- En Jezus zeide: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. En zij wierpen het lot om zijn klederen te verdelen.
- Indien wij zeggen, dat wij gemeenschap met Hem hebben en in de duisternis wandelen, dan liegen wij en doen de waarheid niet.
- Laten wij dan niet langer elkander oordelen, maar komt liever tot dit oordeel: uw broeder geen aanstoot of ergernis te geven.
- Want zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.
- Maar wie de Here verwachten, putten nieuwe kracht; zij varen op met vleugelen als arenden; zij lopen, maar worden niet moede; zij wandelen, maar worden niet mat.
- Goed en waarachtig is de Here;
daarom onderwijst Hij de zondaars aangaande de weg.
Ootmoedigen doet Hij wandelen in het recht,
en Hij leert ootmoedigen zijn weg. - Wederom dan sprak Jezus tot hen en zeide: Ik ben het licht der wereld; wie Mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens hebben.
- Wie wijs is, geve op deze dingen acht; wie verstandig is, erkenne ze. Want de wegen des Heren zijn recht: rechtvaardigen wandelen daarop, maar overtreders struikelen er.
- Maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkander; en het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.
- Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is en wat de Here van u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God.
- Nu roem, verhef en verheerlijk ik, Nebukadnessar, de Koning des hemels, wiens werken alle waarheid en wiens paden recht zijn, en die hen die in hoogmoed wandelen, vermag te vernederen.
- Velen zullen zich laten reinigen en zuiveren en louteren, maar de goddelozen zullen goddeloos handelen; en geen der goddelozen zal het verstaan, maar de verstandigen zullen het verstaan.
- Dat zij tot u hebben gezegd: Aan het einde des tijds zullen er spotters komen, die naar hun eigen goddeloze begeerten zullen wandelen. Zij zijn het, die scheuringen maken, natuurlijke mensen, die de Geest niet hebben.
- Zie, wij gaan op naar Jeruzalem en de Zoon des mensen zal overgeleverd worden aan de overpriesters en schriftgeleerden en zij zullen Hem ter dood veroordelen. En zij zullen Hem overleveren aan de heidenen om Hem te bespotten en te geselen en te kruisigen, en ten derden dage zal Hij opgewekt worden.
- Laat dan niemand u blijven oordelen inzake eten en drinken of op het stuk van een feestdag, nieuwe maan of sabbat, dingen, die slechts een schaduw zijn van hetgeen komen moest, terwijl de werkelijkheid van Christus is.
- Doordat ik u heden gebied de Here, uw God, lief te hebben door in zijn wegen te wandelen en zijn geboden, inzettingen en verordeningen te onderhouden, opdat gij leeft en talrijk wordt en de Here, uw God, u zegene in het land, dat gij in bezit gaat nemen.
- Alleen, volbrengt zeer nauwgezet het gebod en de wet, welke Mozes, de knecht des Heren, u geboden heeft: dat gij de Here, uw God, zoudt liefhebben, in al zijn wegen wandelen, zijn geboden onderhouden, Hem aanhangen, en Hem dienen met geheel uw hart en met geheel uw ziel.
- Nu dan, Israël, wat vraagt de Here, uw God, van u dan de Here, uw God, te vrezen door in al zijn wegen te wandelen; Hem lief te hebben; de Here, uw God, te dienen met uw ganse hart en met uw ganse ziel; de geboden en de inzettingen des Heren, die ik u heden opleg, te onderhouden, opdat het u wèl ga.
Gerelateerde onderwerpen
Jezus
Jezus zag hen aan...
Gemeenschap
En laten wij op...
Geloof
Daarom zeg Ik u...
Kerk
En laten wij op...
Zegen
De HERE zegene u...
Bidden
Verblijdt u te allen...
Bijbeltekst van de dag
Hij zeide tot hen: Wat bij mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God.Willekeurige Bijbeltekst
De Here is nabij allen die Hem aanroepen,allen die Hem aanroepen in waarheid.Volgende tekst!Met afbeelding