DailyVerses.netThema'sWillekeurige tekstInschrijven

Bijbelteksten over 'Ja'

  • Maar laat uw woord ja ja zijn en uw nee nee; wat hierboven uitgaat, is uit de boze.
  • Hij Die van deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom spoedig. Amen. Ja, kom, Heere Jezus!
  • Wacht op de HEERE,
    wees sterk
    en Hij zal uw hart sterk maken;
    ja, wacht op de HEERE.
  • Maar voor alle dingen, mijn broeders, zweer niet: niet bij de hemel, ook niet bij de aarde, en zweer ook geen enkele andere eed, maar laat uw ja ja zijn en uw nee nee, opdat u niet onder enig oordeel valt.
  • Zie, Hij komt met de wolken, en elk oog zal Hem zien, ook zij die Hem doorstoken hebben. En alle stammen van de aarde zullen rouw over Hem bedrijven. Ja, amen.
  • De lieflijkheid van de Heere, onze God, zij over ons;
    bevestig het werk van onze handen over ons,
    ja, het werk van onze handen, bevestig dat.
  • Mijn zoon, als je hart wijs is,
    zal mijn hart zich verblijden, ja, het mijne!
  • Al vóór de bergen geboren waren
    en U de aarde en de wereld voortgebracht had,
    ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid bent U God.
  • Hij zal Zich weer over ons ontfermen,
    Hij zal onze ongerechtigheden vertrappen,
    ja, U zult al hun zonden werpen in de diepten van de zee.
  • Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen
    al de dagen van mijn leven.
    Ik zal in het huis van de HEERE blijven
    tot in lengte van dagen.
  • Als u niet luistert en als u het niet ter harte neemt om Mijn Naam eer te geven, zegt de HEERE van de legermachten, zal Ik de vloek onder u zenden en uw zegeningen vervloeken. Ja, Ik heb ze al vervloekt, want u neemt het niet ter harte.
  • De wijnstok is verdord
    en de vijgenboom is verwelkt,
    de granaatappelboom, ook de palmboom en de appelboom,
    alle bomen van het veld zijn verdord.
    Ja, de vreugde is verdord,
    geweken van de mensenkinderen.
  • Tot uw ouderdom toe zal Ik Dezelfde zijn,
    ja, tot uw grijsheid toe zal Ík u dragen;
    Ík heb het gedaan en Ík zal u opnemen,
    Ík zal dragen en redden.
  • Met heel mijn ziel verlang ik naar U in de nacht,
    ja, met mijn geest diep in mij zoek ik U ernstig.
    Want wanneer Uw oordelen over de aarde komen,
    leren de bewoners van de wereld wat gerechtigheid is.
  • Worden niet vijf musjes voor twee penninkjes verkocht? En niet een van die is bij God vergeten. Ja, ook de haren van uw hoofd zijn alle geteld. Wees dan niet bevreesd: u gaat veel musjes te boven.
  • Arglistig is het hart, boven alles,
    ja, ongeneeslijk is het, wie zal het kennen?
    Ik, de HEERE, doorgrond het hart,
    beproef de nieren,
    en dat om ieder te geven overeenkomstig zijn wegen,
    overeenkomstig de vrucht van zijn daden.
  • Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Volstrekt niet! Ja, ik zou de zonde niet hebben leren kennen dan door de wet. Ik zou immers ook niet geweten hebben dat begeerte zonde was, als de wet niet zei: U zult niet begeren.
  • Die, terwijl Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn, maar Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden. En in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood.
  • Ik heb gemerkt dat er voor hen niets beter is dan zich te verblijden en het goede te doen in hun leven, ja ook, dat ieder mens eet en drinkt en het goede geniet van al zijn zwoegen. Dat is een gave van God.
  • Want de HEERE is Zijn volk goedgezind,
    Hij zal de zachtmoedigen aanzien geven met heil.
  • Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen zijn nuttig. Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen bouwen op.
  • Wie verstandig omgaat met het woord, zal het goede vinden,
    en wie op de HEERE vertrouwt: welzalig is hij.
  • Mijn zoon, verwerp de vermaning van de HEERE niet
    en heb geen afkeer van Zijn bestraffing.
    Want de HEERE straft wie Hij liefheeft,
    zoals een vader doet met de zoon die hij goedgezind is.
  • Als u Mij gekend had, zou u ook Mijn Vader gekend hebben; en van nu af kent u Hem en hebt u Hem gezien.
  • Sinds u kostbaar bent in Mijn ogen,
    bent u verheerlijkt en heb Ík u liefgehad.
    Daarom heb Ik mensen gegeven in uw plaats
    en volken in plaats van uw ziel.
  • Ik zal hun en het gebied rond Mijn heuvel een zegen geven, en Ik zal de regen op zijn tijd doen neerdalen. Regens van zegen zullen er zijn.
  • Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, zal de werken die Ik doe, ook doen, en hij zal grotere doen dan deze, want Ik ga heen naar Mijn Vader.
  • Hij was veracht, de onwaardigste onder de mensen,
    een Man van smarten, bekend met ziekte,
    en als iemand voor wie men het gezicht verbergt;
    Hij was veracht en wij hebben Hem niet geacht.
  • Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen zijn nuttig. Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar ik zal mij niet onder de macht van ook maar iets laten brengen.
  • Van U, HEERE, is de grootheid, de macht, de luister, de kracht en de majesteit. Want alles wat in de hemel en op de aarde is, is van U. Van U, HEERE, is het Koninkrijk, en U hebt Zich verheven tot een Hoofd boven alles.
  • Ik zal het huis van Juda versterken,
    en het huis van Jozef zal Ik verlossen.
    Ik zal hen terugbrengen, want Ik heb Mij over hen ontfermd.
    Zij zullen zijn alsof Ik hen niet verstoten had.
    Ik ben immers de HEERE, hun God:
    Ik zal hen verhoren!
  • Hoewel u Hem niet gezien hebt, hebt u Hem toch lief. Hoewel u Hem nu niet ziet, maar gelooft, verheugt u zich met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde, en verkrijgt u het einddoel van uw geloof, namelijk de zaligheid van uw zielen.
  • Opdat ik Hem mag kennen, en de kracht van Zijn opstanding en de gemeenschap met Zijn lijden, doordat ik aan Zijn dood gelijkvormig word.
  • Hij verootmoedigde u, Hij liet u hongerlijden en Hij liet u het manna eten, dat u niet kende en ook uw vaderen niet gekend hadden, om u te laten weten dat de mens niet alleen van brood leeft, maar dat de mens leeft van alles wat uit de mond van de HEERE komt.
  • Want bij hoge uitzondering zal iemand voor een rechtvaardige sterven; hoogstens immers heeft iemand de moed om voor de goede mens te sterven. God echter bevestigt Zijn liefde voor ons daarin dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren.