Bijbelteksten over 'Nederigheid'
- Met alle nederigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, en elkander in liefde te verdragen.
- Doet dan aan, als door God uitverkoren heiligen en geliefden, innerlijke ontferming, goedheid, nederigheid, zachtmoedigheid en geduld.
- Zonder zelfzucht of ijdel eerbejag; doch in ootmoedigheid achte de een de ander uitnemender dan zichzelf; en ieder lette niet slechts op zijn eigen belang.
- Het loon van ootmoed – vreze des Heren –
is rijkdom, eer en leven. - Weest onderling eensgezind, niet zinnende op hoge dingen, maar voegt u in het eenvoudige. Weest niet eigenwijs.
- Vóór de val is het hart van de mens hoogmoedig,
maar ootmoed gaat vooraf aan de eer. - De vreze des Heren voedt op tot wijsheid,
en ootmoed gaat vooraf aan de eer. - Als overmoed komt, komt schande mee,
maar wijsheid is bij de ootmoedigen. - Vernedert u voor de Here, en Hij zal u verhogen.
- Uw sieraad zij niet uitwendig: het vlechten van haar, het omhangen van goud of het dragen van gewaden, maar de verborgen mens uws harten, met de onvergankelijke (tooi) van een zachtmoedige en stille geest, die kostbaar is in het oog van God.
- Eens mensen hoogmoed vernedert hem,
maar een nederige van geest zal eer ontvangen. - Vernedert u dan onder de machtige hand Gods, opdat Hij u verhoge te zijner tijd.
- En mijn volk waarover mijn naam is uitgeroepen, verootmoedigt zich en zij bidden en zoeken mijn aangezicht en bekeren zich van hun boze wegen, dan zal Ik uit de hemel horen, en hun zonde vergeven en hun land herstellen.
- Neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen; want mijn juk is zacht en mijn last is licht.
- Wie is wijs en verstandig onder u? Hij tone uit zijn goede wandel zijn werken met wijze zachtmoedigheid.
- En Hij ging zitten, riep de twaalven en zeide tot hen: Indien iemand de eerste wil zijn, die zal de allerlaatste zijn en aller dienaar.
- Ten slotte, weest allen eensgezind, medelijdend, hebt de broeders lief, weest barmhartig en ootmoedig.
- En wat voor de wereld onaanzienlijk en veracht is, heeft God uitverkoren, dat, wat niets is, om aan hetgeen wèl iets is, zijn kracht te ontnemen, opdat geen vlees zou roemen voor God.
- Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is en wat de Here van u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God.
- Wanneer gij dan aalmoezen geeft, laat het niet voor u uitbazuinen, zoals de huichelaars doen in de synagogen en op de straten, om door de mensen geroemd te worden. Voorwaar, Ik zeg u, zij hebben hun loon reeds.
- Hij moet wassen, ik moet minder worden.
- Goed en waarachtig is de Here;
daarom onderwijst Hij de zondaars aangaande de weg.
Ootmoedigen doet Hij wandelen in het recht,
en Hij leert ootmoedigen zijn weg. - Vrouwen, weest uw man onderdanig, gelijk het betaamt in de Here.
Mannen, hebt uw vrouw lief en weest niet ruw tegen haar. - En Hij zeide tot hen: Een ieder, die dit kind ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij: en een ieder, die Mij ontvangt, ontvangt Hem, die Mij gezonden heeft. Want wie onder u allen de minste is, die is groot.
- Want gij zijt geroepen, broeders, om vrij te zijn; (gebruikt) echter die vrijheid niet als een aanleiding voor het vlees, maar dient elkander door de liefde.
- Onze God en Vader nu zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid! Amen.
- Want de Here heeft een welbehagen in zijn volk,
Hij kroont de ootmoedigen met heil. - Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om Zich te laten dienen, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen.
- Niet ons, o Here, niet ons,
maar uw naam geef eer,
om uw goedertierenheid, om uw trouw. - De Here maakt arm en maakt rijk;
Hij vernedert, ook verhoogt Hij. - Wee hem die met zijn Formeerder twist, een scherf onder aarden scherven. Zal ook het leem tot zijn vormer zeggen: Wat maakt gij? of uw werk: Hij heeft geen handen?
- Treedt toe, laten wij ons nederwerpen en ons buigen,
knielen voor de Here, onze Maker. - Nu roem, verhef en verheerlijk ik, Nebukadnessar, de Koning des hemels, wiens werken alle waarheid en wiens paden recht zijn, en die hen die in hoogmoed wandelen, vermag te vernederen.
- Indien nu Ik, uw Here en Meester, u de voeten gewassen heb, behoort ook gij elkander de voeten te wassen.
- Zo is het onder u niet. Maar wie onder u groot wil worden, zal uw dienaar zijn, en wie onder u de eerste wil zijn, zal uw slaaf zijn.
- Zoekt de Here, alle ootmoedigen des lands, gij die zijn verordening volbrengt; zoekt gerechtigheid, zoekt ootmoed; misschien zult gij geborgen worden op de dag van de toorn des Heren.
- En wanneer gij vast, toont dan niet, zoals de huichelaars, een somber gelaat; want zij maken hun aangezicht ontoonbaar, om zich aan de mensen te vertonen, wanneer zij vasten. Voorwaar, Ik zeg u, zij hebben hun loon reeds.
- Want er staat geschreven:
(Zo waarachtig als) Ik leef, spreekt de Here: voor Mij zal alle knie zich buigen, en alle tong zal God loven. - Laat de geringe broeder roemen in zijn hoogheid, maar de rijke in zijn geringheid, want als een bloem in het gras zal hij vergaan.
- Hem nu, die blijkens de kracht, welke in ons werkt, bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij bidden of beseffen, Hem zij de heerlijkheid in de gemeente en in Christus Jezus tot in alle geslachten, van eeuwigheid tot eeuwigheid! Amen.
- Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt,
en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet? - Hoor mijn gebed, Here, en neem mijn hulpgeroep ter ore,
zwijg niet bij mijn geween,
want ik ben een vreemdeling bij U,
een bijwoner gelijk al mijn vaderen. - Bidt gij dan aldus:
Onze Vader die in de hemelen zijt,
uw naam worde geheiligd;
uw Koninkrijk kome;
uw wil geschiede,
gelijk in de hemel alzo ook op de aarde. - Jubel luide, gij dochter van Sion; juich, gij dochter van Jeruzalem! Zie, uw koning komt tot u, hij is rechtvaardig en zegevierend, nederig, en rijdende op een ezel, op een ezelshengst, een ezelinnejong.
- Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, een slaaf staat niet boven zijn heer, noch een gezant boven zijn zender.
- Zalig de armen van geest,
want hunner is het Koninkrijk der hemelen. - De tollenaar stond van verre en wilde zelfs zijn ogen niet opheffen naar de hemel, maar hij sloeg zich op de borst en zeide: O God, wees mij, zondaar, genadig!
Gerelateerde onderwerpen
Nederigheid
Met alle nederigheid en...
Trots
Als overmoed komt, komt...
Beloning
Wat gij ook doet...
Wijsheid
Want de HERE geeft...
Jezus
Jezus zag hen aan...
Liefde
De liefde is lankmoedig...