Bijbelteksten over 'Ontzag'
- Betaalt aan allen het verschuldigde, belasting aan wie belasting, tol aan wie tol, ontzag aan wie ontzag, eerbetoon aan wie eer toekomt.
- Intussen ook gij, laat ieder voor zich zijn eigen vrouw zó liefhebben als zichzelf en de vrouw moet ontzag hebben voor haar man.
- De vreze des Heren is het begin der kennis;
de dwazen verachten wijsheid en tucht. - God zegent ons,
opdat alle einden der aarde Hem vrezen. - Welzalig ieder die de Here vreest,
die in zijn wegen wandelt. - De vreze des Heren voedt op tot wijsheid,
en ootmoed gaat vooraf aan de eer. - De vreze des Heren is het begin der wijsheid
en het kennen van de Hoogheilige is verstand. - Beter is een weinig in de vreze des Heren,
dan een grote schat en onrust daarbij. - Het loon van ootmoed – vreze des Heren –
is rijkdom, eer en leven. - En daar de vroedvrouwen God vreesden, gaf Hij haar ieder een gezin.
- En onderhoud de geboden van de Here, uw God, door in zijn wegen te wandelen en Hem te vrezen.
- Halleluja. Welzalig de man, die de Here vreest,
die van harte lust heeft in zijn geboden. - De vreze des Heren is het kwade te haten;
hoogmoed en trots en boze wandel
en een mond vol draaierijen haat ik. - Bedrieglijk is de bevalligheid en ijdel de schoonheid,
maar een vrouw die de Here vreest, die is te prijzen. - De vreze des Heren is het begin der wijsheid,
een goed inzicht hebben allen die ze betrachten.
Zijn lof houdt eeuwig stand. - Van al het gehoorde is het slotwoord: Vrees God en onderhoud zijn geboden, want dit geldt voor alle mensen.
- De Here, uw God, zult gij volgen, Hem vrezen, zijn geboden houden en naar zijn stem luisteren: Hem zult gij dienen en aanhangen.
- Vreest slechts de Here en dient Hem trouw met uw ganse hart, want ziet, welke grote dingen Hij onder u gedaan heeft.
- Wees niet wijs in eigen ogen,
vrees de Here en wijk van het kwaad;
het zal medicijn wezen voor uw vlees,
en lafenis voor uw gebeente. - Maar heiligt de Christus in uw harten als Here, altijd bereid tot verantwoording aan al wie u rekenschap vraagt van de hoop, die in u is, doch met zachtmoedigheid en vreze.
- Daar wij nu deze beloften bezitten, geliefden, laten wij ons reinigen van alle bezoedeling des vlezes en des geestes, en zo onze heiligheid volmaken in de vreze Gods.
- Wie zijn vriend medelijden onthoudt,
die verzaakt de vreze des Almachtigen. - De gemeente dan door geheel Judea, Galilea en Samaria had vrede; zij werd opgebouwd en wandelde in de vreze des Heren, en zij nam in aantal toe door de bijstand van de heilige Geest.
- De Here gebood ons al deze inzettingen te onderhouden en de Here, onze God, te vrezen, opdat het ons altijd wèl zou gaan en Hij ons in het leven zou behouden, zoals dit heden het geval is.
- Maar voor u, die mijn naam vreest, zal de zon der gerechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn onder haar vleugelen; gij zult uitgaan en springen als kalveren uit de stal.
- Leer mij, Here, uw weg,
opdat ik in uw waarheid wandele;
verenig mijn hart om uw naam te vrezen. - Gelijk zich een vader ontfermt over zijn kinderen,
ontfermt Zich de Here over wie Hem vrezen. - Mijn sabbatten zult gij houden en mijn heiligdom ontzien, Ik ben de Here.
- Hoe groot is het goed
dat Gij hebt weggelegd voor wie U vrezen,
dat Gij bereid hebt voor wie bij U schuilen
ten aanschouwen van de mensenkinderen. - Zie, des Heren oog is op hen die Hem vrezen,
die op zijn goedertierenheid hopen. - Nu dan, Israël, wat vraagt de Here, uw God, van u dan de Here, uw God, te vrezen door in al zijn wegen te wandelen; Hem lief te hebben; de Here, uw God, te dienen met uw ganse hart en met uw ganse ziel; de geboden en de inzettingen des Heren, die ik u heden opleg, te onderhouden, opdat het u wèl ga.
- Och, hadden zij steeds zulk een hart om Mij te vrezen en om al mijn geboden te onderhouden, opdat het hun en hun kinderen voor altoos wèl mocht gaan!
- Nu dan, de schrik des Heren zij over u; handelt nauwgezet, want bij de Here, onze God, is geen onrecht, geen partijdigheid noch aanneming van geschenken.
- Maar de goedertierenheid des Heren is van eeuwigheid
tot eeuwigheid over wie Hem vrezen,
en zijn gerechtigheid over kindskinderen,
over hen die zijn verbond onderhouden,
en aan zijn bevelen denken om die te doen. - Bidt gij dan aldus:
Onze Vader die in de hemelen zijt,
uw naam worde geheiligd;
uw Koninkrijk kome;
uw wil geschiede,
gelijk in de hemel alzo ook op de aarde. - Maar schraagt om deze reden met betoon van alle ijver door uw geloof de deugd, door de deugd de kennis, door de kennis de zelfbeheersing, door de zelfbeheersing de volharding, door de volharding de godsvrucht, door de godsvrucht de broederliefde en door de broederliefde de liefde (jegens allen).
- Indien gij niet hoort, en indien gij het niet ter harte neemt mijn naam eer te geven, zegt de Here der heerscharen, dan zal Ik onder u een vloek zenden en uw zegeningen in vloek verkeren; ja, Ik heb ze reeds in vloek verkeerd, omdat gij het niet ter harte genomen hebt.
- Wanneer gij nu bij uzelf mocht zeggen: Hoe onderkennen wij het woord dat de Here niet gesproken heeft? – als een profeet spreekt in de naam des Heren en zijn woord wordt niet vervuld en komt niet uit, dan is dit een woord, dat de Here niet gesproken heeft; in overmoed heeft de profeet het gesproken, gij zult voor hem niet vrezen.
- Ja, Hij verootmoedigde u, deed u honger lijden en gaf u het manna te eten, dat gij niet kendet en dat ook uw vaderen niet gekend hadden, om u te doen weten, dat de mens niet alleen van brood leeft, maar dat de mens leeft van alles wat uit de mond des Heren uitgaat.
- Want de handelwijze der volken, die is nietigheid: want als een stuk hout heeft men het uit het woud gehakt, – arbeid van werkmanshanden met de bijl – met zilver en goud siert men het op, met spijkers en hamers maakt men het vast, zodat het niet waggelt. Als een vogelverschrikker in een komkommerveld zijn zij, zij spreken niet, zij moeten beslist gedragen worden, want zij kunnen geen stap doen. Vreest voor hen niet, want zij doen geen kwaad, maar ook goeddoen is er bij hen niet.
- Indien gij niet over de sabbat heenloopt door uw zaken te doen op mijn heilige dag, maar de sabbat een verlustiging noemt, de heilige dag des Heren van gewicht, en die eert door noch uw gewone bezigheden te doen, noch uw zaken te behartigen, of ijdele taal uit te slaan, dan zult gij u verlustigen in de Here en Ik zal u doen rijden over de hoogten der aarde en u doen genieten het erfdeel van uw vader Jakob, want de mond des Heren heeft het gesproken.
Gerelateerde onderwerpen
Ontzag
De vreze des HEREN...
Wet
Wat ik u heden...
Wijsheid
Want de HERE geeft...
Zegen
De HERE zegene u...
Gehoorzaamheid
Jezus antwoordde en zeide...
Volgen
Heel de weg, die...
Bijbeltekst van de dag
Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt,en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet?
Willekeurige Bijbeltekst
Doe mij in de morgen uw goedertierenheid horen,want ik vertrouw op U;
maak mij de weg bekend, die ik gaan moet,
want tot U hef ik mijn ziel op.Volgende tekst!Met afbeelding