Bijbelteksten over 'Over'
En God zeide: Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis, opdat zij heersen over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over het vee en over de gehele aarde en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt. | En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en laten zij heersen over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht, over het vee, over heel de aarde en over al de kruipende dieren die over de aarde kruipen! |
Gelijk zich een vader ontfermt over zijn kinderen, ontfermt Zich de Here over wie Hem vrezen. | Zoals een vader zich ontfermt over zijn kinderen, zo ontfermt de HEERE Zich over wie Hem vrezen. |
En God zegende hen en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde en onderwerpt haar, heerst over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt. | En God zegende hen en God zei tegen hen: Wees vruchtbaar, word talrijk, vervul de aarde en onderwerp haar, en heers over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht en over al de dieren die over de aarde kruipen! |
Weest niet bezorgd over uw leven, wat gij zult eten of over uw lichaam, waarmede gij u zult kleden. Want het leven is meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding. | Wees niet bezorgd over uw leven: over wat u eten zult, of over uw lichaam: waarmee u zich kleden zult. Het leven is meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding. |
De Here, uw God, is in uw midden, een held, die verlost. Hij zal Zich over u met vreugde verblijden; Hij zal zwijgen in zijn liefde; Hij zal over u juichen met gejubel. | De HEERE, uw God, is in uw midden, een Held, Die verlossen zal. Hij zal Zich over u verheugen met blijdschap. Hij zal zwijgen in Zijn liefde. Hij zal Zich over u verblijden met gejuich. |
De verlossing is van de Here, uw zegen zij over uw volk. sela | Het heil is van de HEERE; Uw zegen is over Uw volk. Sela |
De rijke heerst over de armen, en de man die leent, is een knecht van de uitlener. | Een rijke heerst over armen, en wie leent, wordt slaaf van de uitlener. |
Ik zeg u, dat er alzo blijdschap zal zijn in de hemel over één zondaar, die zich bekeert, meer dan over negenennegentig rechtvaardigen, die geen bekering nodig hebben. | Ik zeg u dat er evenzo blijdschap zal zijn in de hemel over één zondaar die zich bekeert, meer dan over negenennegentig rechtvaardigen, die de bekering niet nodig hebben. |
Uw goedertierenheid, Here, zij over ons, gelijk wij op U hopen. | Laat Uw goedertierenheid over ons zijn, HEERE, zoals wij op U hopen. |
Daarom zeg Ik u: Weest niet bezorgd over uw leven, wat gij zult eten of drinken, of over uw lichaam, waarmede gij het zult kleden. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding? | Daarom zeg Ik u: Wees niet bezorgd over uw leven, over wat u eten en wat u drinken zult; ook niet over uw lichaam, namelijk waarmee u zich kleden zult. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding? |
Verhef U boven de hemelen, o God; uw heerlijkheid zij over de ganse aarde. | Verhef U boven de hemel, o God; Uw eer zij over de hele aarde. |
De Here zegene u en behoede u; de Here doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig; de Here verheffe zijn aangezicht over u en geve u vrede. | De HEERE zegene u en behoede u! De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig! De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede! |
De liefelijkheid van de Here, onze God, zij over ons, en bevestig Gij het werk onzer handen over ons, ja, het werk onzer handen, bevestig dat. | De lieflijkheid van de Heere, onze God, zij over ons; bevestig het werk van onze handen over ons, ja, het werk van onze handen, bevestig dat. |
Sta op, word verlicht, want uw licht komt en de heerlijkheid des Heren gaat over u op. | Sta op, word verlicht, want uw licht komt en de heerlijkheid van de HEERE gaat over u op. |
Zijn heer zeide tot hem. Wèl gedaan, gij goede en getrouwe slaaf, over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u stellen; ga in tot het feest van uw heer. | Zijn heer zei tegen hem: Goed gedaan, goede en trouwe dienaar, over weinig bent u trouw geweest, over veel zal ik u aanstellen; ga in, in de vreugde van uw heer. |
Doe uw aanschijn lichten over uw knecht, verlos mij door uw goedertierenheid. | Doe Uw aangezicht over Uw dienaar lichten, verlos mij door Uw goedertierenheid. |
Verhef U boven de hemelen, o God, uw heerlijkheid zij over de ganse aarde. | Verhef U boven de hemel, o God, en Uw eer over de hele aarde. |
Alzo is er, zeg Ik u, blijdschap bij de engelen Gods over één zondaar, die zich bekeert. | Zo zeg Ik u, is er blijdschap vóór de engelen van God over één zondaar die zich bekeert. |
Immers, de zonde zal over u geen heerschappij voeren, want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade. | Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet, maar onder de genade. |
Watervloed roept tot watervloed bij het gebruis uwer stromen; al uw baren en golven slaan over mij heen. | Watervloed roept tot watervloed, terwijl Uw waterkolken bruisen; al Uw baren en Uw golven zijn over mij heen gegaan. |
Bevestig mijn schreden naar uw toezegging, laat generlei onrecht over mij heersen. | Laat mijn voetstappen vaststaan in Uw woord, laat geen enkel onrecht over mij heersen. |
Wanneer de Here, uw God, u zegent, zoals Hij u beloofd heeft, dan zult gij aan vele volken lenen, maar zelf zult gij niet ter leen ontvangen; gij zult over vele volken heersen, maar over u zullen zij niet heersen. | Wanneer de HEERE, uw God, u gezegend heeft, zoals Hij tot u gesproken heeft, dan zult u aan vele volken leningen verstrekken, maar zelf zult u niets hoeven te lenen; en u zult over vele volken heersen, maar over u zullen zij niet heersen. |
Maar de goedertierenheid des Heren is van eeuwigheid tot eeuwigheid over wie Hem vrezen, en zijn gerechtigheid over kindskinderen, over hen die zijn verbond onderhouden, en aan zijn bevelen denken om die te doen. | Maar de goedertierenheid van de HEERE is van eeuwigheid en tot eeuwigheid over wie Hem vrezen. Zijn gerechtigheid is voor de kinderen van hun kinderen, voor wie Zijn verbond in acht nemen en aan Zijn bevelen denken om ze te doen. |
De vader van een rechtvaardige verblijdt zich zeer, wie een wijze verwekte, verheugt zich over hem. | De vader van een rechtvaardige zal zich buitengewoon verheugen, wie een wijze zoon verwekt heeft, zal zich over hem verblijden. |
De man kome jegens de vrouw zijn (echtelijke) verplichtingen na en evenzo de vrouw jegens haar man. De vrouw heeft niet zelf over haar lichaam te beschikken, doch haar man; en eveneens heeft de man niet zelf over zijn lichaam te beschikken, doch zijn vrouw. | Laat de man aan zijn vrouw de verschuldigde bereidwilligheid betonen en evenzo ook de vrouw aan haar man. De vrouw heeft niet de beschikking over haar eigen lichaam, maar de man. En evenzo heeft ook de man niet de beschikking over zijn eigen lichaam, maar de vrouw. |
Gerelateerde onderwerpen
Zegen
De HERE zegene u...
Vreugde
Verblijdt u te allen...
God
De HERE, uw God...
Leven
De HERE zal u...
Lichaam
Of weet gij niet...
Geld
Laat uw wijze van...