Bijbelteksten over 'Toch'

«»

• Als bedroefd, maar altijd blijde; als arm, maar velen rijk makend; als niets hebbend en toch alles bezittend.
  2 Korintiërs 6:10verdrietvreugdegeld
• Och Here, geef toch heil,
  och Here, geef toch voorspoed!
  Gezegend hij, die komt in de naam des Heren;
  wij zegenen u uit het huis des Heren.
  Psalm 118:25-26pasenzegenoverwinnen
• Jezus zeide tot hem: Omdat gij Mij gezien hebt, hebt gij geloofd? Zalig zij, die niet gezien hebben en toch geloven.
  Johannes 20:29geloofJezuszegen
• Gij toch doet mijn lamp schijnen,
  de Here, mijn God, doet mijn duisternis opklaren.
  Psalm 18:29afhankelijkheidbescherminglicht
• Wie is Hij toch, de Koning der ere?
  De Here der heerscharen,
  Hij is de Koning der ere. sela
  Psalm 24:10aanbiddingkoninkrijkerkennen
• Indien iemand zondigt en doet één van de dingen die de Here verboden heeft, zonder dat hij het weet, dan is hij toch schuldig en draagt zijn ongerechtigheid.
  Leviticus 5:17zondewetstraf
• Al moest gij lijden om de gerechtigheid, toch zijt gij zalig. Doch vreest niet voor hun dreiging, en laat u niet verschrikken.
  1 Petrus 3:14rechtvaardigheidlijdenangst
• Daarom brengt gij toch ook belastingen op; want zij zijn dienaren Gods, die juist op dit punt voortdurend letten.
  Romeinen 13:6eerlijkheidgeldhebzucht
• Wie toch onder de mensen weet, wat in een mens is, dan des mensen eigen geest, die in hem is? Zo weet ook niemand, wat in God is, dan de Geest Gods.
  1 Korintiërs 2:11GeestHeilige Geestdenken
• Let op de raven, zij zaaien niet en zij maaien niet, zij hebben geen voorraadkamer of schuur, en toch voedt God ze. Hoe ver gaat gij de vogelen te boven!
  Lucas 12:24voedsellevenpiekeren
• Komt toch en laat ons tezamen richten, zegt de Here; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol.
  Jesaja 1:18zondevergevingreiniging
• Zo zegt de Here: Gaat staan aan de wegen, en ziet en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg is, opdat gij die gaat en rust vindt voor uw ziel; maar zij zeggen: Wij willen die niet gaan.
  Jeremia 6:16rustzielgoedheid
• Hiervan toch ben ik ten volle overtuigd, dat Hij, die in u een goed werk is begonnen, dit ten einde toe zal voortzetten, tot de dag van Christus Jezus.
  Filippenzen 1:6Jezuswederkomstwedergeboorte
• Ziet naar de vogelen des hemels: zij zaaien niet en maaien niet en brengen niet bijeen in schuren, en toch voedt uw hemelse Vader die; gaat gij ze niet verre te boven?
  Matteüs 6:26waardevolvertrouwenVader
• Wie toch ben ik, en wat is mijn volk, dat wij in staat zouden zijn zulke vrijwillige gaven te schenken? Want het komt alles van U, en wij geven het U uit uw hand.
  1 Kronieken 29:14geldgevenafhankelijkheid
• Weest niet gelijk aan uw vaderen, tot wie de vroegere profeten gepredikt hebben: zo zegt de Here der heerscharen: bekeert u toch van uw boze handel en wandel; maar zij luisterden niet en sloegen op Mij geen acht, luidt het woord des Heren.
  Zacharia 1:4bekeringkwaadluisteren
• Breng de gehele tiende naar de voorraadkamer, opdat er spijze zij in mijn huis; beproeft Mij toch daarmede, zegt de Here der heerscharen, of Ik dan niet voor u de vensters van de hemel zal openen en zegen in overvloed over u uitgieten.
  Maleachi 3:10voedselzegengeven
• Geen enkele weduwe of wees zult gij verdrukken. Indien gij dezen toch verdrukt, voorzeker zal Ik, indien zij luide tot Mij roepen, hun geroep horen, en mijn toorn zal ontbranden en Ik zal u met het zwaard doden, zodat uw vrouwen weduwen worden en uw kinderen wezen.
  Exodus 22:22-24weduwenwezen
• Wat gij ook doet, verricht uw werk van harte, als voor de Here en niet voor mensen; gij weet toch, dat gij van de Here tot vergelding de erfenis zult ontvangen. Gij dient Christus als heer.
  Kolossenzen 3:23-24beloninglevenontvangen
• Kan ook een vrouw haar zuigeling vergeten, dat zij zich niet ontfermen zou over het kind van haar schoot? Al zouden zij die vergeten, toch vergeet Ik u niet. Zie, Ik heb u in mijn handpalmen gegrift, uw muren zijn bestendig vóór Mij.
  Jesaja 49:15-16liefdefamiliekinderen
• Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, (dat is), niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu (nog) in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven.
  Galaten 2:20geloofVerlosserleven
• Doch de Here zeide tot Samuël: Let niet op zijn voorkomen noch op zijn rijzige gestalte, want Ik heb hem verworpen. Het komt immers niet aan op wat de mens ziet; de mens toch ziet aan wat voor ogen is, maar de Here ziet het hart aan.
  1 Samuel 16:7schoonheidharttrots
• Te raadplegen was Ik voor hen die naar Mij niet vroegen, te vinden voor hen die Mij niet zochten; Ik zeide tot een volk dat mijn naam niet aanriep: Hier ben Ik, hier ben Ik.
  Jesaja 65:1zoekenluisterenroeping
• Gezegend is de man die op de Here vertrouwt, wiens betrouwen de Here is; hij toch zal zijn als een boom, aan het water geplant, die zijn wortels tot aan een beek uitslaat, en het niet merkt, als er hitte komt, maar welks loof groen blijft, die in een jaar van droogte geen zorg heeft en niet nalaat vrucht te dragen.
  Jeremia 17:7-8vertrouwenzegenvrucht dragen
• Al legert zich een leger tegen mij,
  mijn hart vreest niet;
  al verheft zich een krijg tegen mij,
  nochtans blijf ik vertrouwen.
  Psalm 27:3angsthartvertrouwen