Bijbelteksten over 'Weg'
- Daar zal zijn een effen baan, een weg;
de heilige weg zal hij genoemd worden.
Een onreine zal er niet over gaan,
want hij zal alleen voor hen zijn.
Wie deze weg ook gaat,
zelfs dwazen zullen niet dwalen. - Ga binnen door de nauwe poort, want wijd is de poort en breed is de weg die naar het verderf leidt, en velen zijn er die daardoor naar binnen gaan; maar de poort is nauw en de weg is smal die naar het leven leidt, en weinigen zijn er die hem vinden.
- Er is soms een weg die iemand recht schijnt,
maar het einde ervan zijn wegen van de dood. - Nu dan, doe de vreemde goden weg die te midden van u zijn, en richt uw hart op de HEERE, de God van Israël.
- Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart,
beproef mij en ken mijn gedachten.
Zie of er bij mij een schadelijke weg is
en leid mij op de eeuwige weg. - Jezus zei tegen hem: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij.
- Ik onderwijs u en leer u de weg die u moet gaan;
ik geef raad, mijn oog is op u. - Goed en waarachtig is de HEERE,
daarom onderwijst Hij zondaars in de weg.
Hij leidt zachtmoedigen in het recht,
Hij leert zachtmoedigen Zijn weg. - En Jezus zei tegen hem: Ga heen, uw geloof heeft u behouden. En meteen werd hij ziende en volgde Jezus op de weg.
- Zo zegt de HEERE:
Ga staan op de wegen, en zie,
vraag naar de aloude paden,
waar toch de goede weg is, en bewandel die.
Dan zult u rust vinden voor uw ziel.
Maar zij zeggen: Wij bewandelen die niet. - Wie in oprechtheid zijn weg gaat, gaat een veilige weg,
maar wie kromme wegen gaat, zal opgemerkt worden. - Ik heb de weg van de waarheid gekozen,
Uw bepalingen heb ik mij voor ogen gesteld. - Toen ik zweeg, teerden mijn beenderen weg,
onder mijn jammerklachten, de hele dag. - Het hart van een mens overdenkt zijn weg,
maar de HEERE bestuurt zijn voetstappen. - Ik onderwijs je in de weg van de wijsheid
en laat je in de rechte sporen treden. - Abba, Vader, alle dingen zijn mogelijk voor U; neem deze drinkbeker van Mij weg, maar niet wat Ik wil, maar wat U wilt.
- De voetstappen van die man worden door de HEERE vastgezet,
Hij vindt vreugde in zijn weg. - Opdat zij de paden van het recht in acht nemen.
Hij bewaart de weg van Zijn gunstelingen. - In de weg van Uw getuigenissen verblijd ik mij meer
dan in alle bezit. - Leer mij, HEERE, Uw weg,
ik zal in Uw waarheid wandelen,
maak mijn hart één om Uw Naam te vrezen. - De weg van de HEERE is kracht voor de oprechte,
maar de ondergang voor hen die onrecht bedrijven. - De HEERE zei tegen de satan: Zie, alles wat hij heeft, is in uw hand; alleen naar hemzelf mag u uw hand niet uitsteken. En de satan ging weg van het aangezicht van de HEERE.
- Was u, reinig u!
Doe uw slechte daden
van voor Mijn ogen weg!
Houd op met kwaad doen. - Doe weg van jou valsheid van mond
en houd bedrog van lippen ver van je verwijderd. - Verlaat uw vriend en de vriend van uw vader niet,
ga het huis van uw broer niet binnen op de dag van uw ongeluk.
Beter een buur die nabij is, dan een broer ver weg. - Maar Hij kent de weg die ik ga.
Laat Hij mij beproeven – ik zal er als goud uitkomen.
Mijn voet heeft zich aan Zijn spoor gehouden;
aan Zijn weg heb ik mij gehouden, ik ben er niet van afgeweken. - Gods weg is volmaakt,
het woord van de HEERE is gelouterd,
Hij is een schild voor allen die tot Hem de toevlucht nemen. - Gods weg is volmaakt,
de woorden van de HEERE zijn gelouterd,
Hij is een schild voor allen die tot Hem de toevlucht nemen. - Ik ben de ware Wijnstok en Mijn Vader is de Wijngaardenier. Elke rank die in Mij geen vrucht draagt, neemt Hij weg; en elke rank die vrucht draagt, reinigt Hij, opdat zij meer vrucht draagt.
- Als dan uw rechteroog u doet struikelen, ruk het uit en werp het van u weg, want het is beter voor u dat een van uw lichaamsdelen te gronde gaat en niet heel uw lichaam in de hel geworpen wordt.
- De vreze des HEEREN is het kwade te haten;
hoogmoed, trots en de verkeerde weg
en een mond vol verderfelijke dingen haat Ik. - Welzalig de man
die niet wandelt in de raad van de goddelozen,
die niet staat op de weg van de zondaars,
die niet zit op de zetel van de spotters. - Baan het spoor voor je voet,
en laten al je wegen vaststaan. - Doe mij in de morgen Uw goedertierenheid horen,
want ik vertrouw op U;
maak mij de weg bekend die ik te gaan heb,
want tot U hef ik mijn ziel op. - De HEERE bewaart de vreemdelingen,
Hij houdt wees en weduwe staande,
maar de weg van de goddelozen maakt Hij krom. - Weer dus de wrevel uit uw hart,
en doe het kwade weg uit uw lichaam.
De jeugd en jonge jaren zijn immers een zucht. - Hij geneest de gebrokenen van hart,
Hij verbindt hen in hun leed. - Heel de weg die de HEERE, uw God, u geboden heeft, moet u gaan, opdat u leeft, en het u goed gaat, en u uw dagen verlengt in het land dat u in bezit zult nemen.
- Ook in de weg van Uw oordelen, HEERE,
hebben wij U verwacht;
naar Uw Naam en naar Uw gedachtenis
gaat het verlangen van onze ziel uit. - Want U bent mijn rots en mijn burcht!
Wijs mij dan de weg en leid mij zachtjes, omwille van Uw Naam. - Oefen de jongeman overeenkomstig zijn levensweg,
ook als hij oud geworden is, zal hij daarvan niet afwijken. - Zwijg voor de HEERE
en verwacht Hem;
ontsteek niet in woede over hem wiens weg voorspoedig is,
over een man die listige plannen uitvoert. - Ook hebt U mij het schild van Uw heil gegeven,
Uw rechterhand heeft mij ondersteund,
Uw zachtmoedigheid heeft mij groot gemaakt.
U hebt mijn voetstappen onder mij ruimte gegeven,
mijn enkels hebben niet gewankeld. - De HEERE is geduldig, maar groot van kracht
en Hij houdt de schuldige zeker niet voor onschuldig.
De weg van de HEERE is in wervelwind en in storm,
wolken zijn het stof van Zijn voeten. - Wie al lasterend zijn weg gaat, openbaart geheimen,
maar wie betrouwbaar van geest is, bedekt een zaak. - HEERE, maak mij Uw wegen bekend,
leer mij Uw paden. - Hij houdt voor de oprechten wijsheid gereed,
Hij is een schild voor hen die in oprechtheid hun weg gaan. - Dan zul je gerechtigheid en recht begrijpen,
en billijkheid, op elk goed spoor. - De goddeloze leent en betaalt niet terug,
maar de rechtvaardige ontfermt zich en geeft. - Toen zei de HEERE God: Zie, de mens is geworden als één van Ons, omdat hij goed en kwaad kent. Nu dan, laat hij zijn hand niet uitsteken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij eeuwig zou leven! Daarom zond de HEERE God hem weg uit de hof van Eden, om de aardbodem te bewerken, waaruit hij genomen was.
Gerelateerde onderwerpen
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en goedertierenheid...
Zonde
Of weet u niet...
Leven
De HEERE zal u...
Waarheid
Hij die oprecht wandelt...
Leren
Ik onderwijs u en...
Wet
Deze woorden, die ik...
Bijbeltekst van de dag
Hij echter zei: De dingen die onmogelijk zijn bij de mensen, zijn mogelijk bij God.Willekeurige Bijbeltekst
Maar wie de HEERE verwachten, zullen hun kracht vernieuwen,zij zullen hun vleugels uitslaan als arenden,
zij zullen snel lopen en niet afgemat worden,
zij zullen lopen en niet moe worden.Volgende tekst!Met afbeelding