DailyVerses.netThema'sWillekeurige tekstInschrijven

Bijbelteksten over 'Allemaal'

  • Want, gelijk wij in één lichaam vele leden hebben, en de leden niet alle dezelfde werkzaamheden hebben, zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden ten opzichte van elkander.
  • Neen, zeg Ik u, maar als gij u niet bekeert, zult gij allen evenzo omkomen.
  • Want wij struikelen allen in velerlei opzicht; wie in zijn spreken niet struikelt, is een volmaakt man, in staat zelfs zijn gehele lichaam in toom te houden.
  • Want door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen, en allen zijn wij met één Geest gedrenkt.
  • En Hij ging zitten, riep de twaalven en zeide tot hen: Indien iemand de eerste wil zijn, die zal de allerlaatste zijn en aller dienaar.
  • Één lichaam en één Geest, gelijk gij ook geroepen zijt in de ene hoop uwer roeping.
  • En Hij, de Here des vredes, geve u de vrede, voortdurend, in elk opzicht. De Here zij met u allen.
  • Toen zij Hem over de zee zagen gaan, meenden zij, dat het een spook was en zij schreeuwden luid. Want allen zagen zij Hem en werden verbijsterd. Maar terstond sprak Hij met hen en zeide tot hen: Houdt moed, Ik ben het, weest niet bevreesd!
  • En er vertoonden zich aan hen tongen als van vuur, die zich verdeelden, en het zette zich op ieder van hen; en zij werden allen vervuld met de heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken.
  • Alles wat zich roert, wat leeft, zal u tot spijze zijn; Ik heb het u alles gegeven evenals het groene kruid. Alleen vlees met zijn ziel, zijn bloed, zult gij niet eten.
  • Want gij zijt allen zonen van God, door het geloof, in Christus Jezus. Want gij allen, die in Christus gedoopt zijt, hebt u met Christus bekleed.
  • Dus vastten wij en smeekten onze God hierover, en Hij liet Zich door ons verbidden.
  • Volhardt in het gebed, weest daarbij waakzaam en dankt.
  • Ieder onzer trachte zijn naaste te behagen, ten goede, tot opbouwing.
  • En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des heiligen Geestes ontvangen.
  • En gij zult te dien dage zeggen: Looft de Here, roept zijn naam aan, maakt onder de volken zijn daden bekend, vermeldt, dat zijn naam verheven is.
  • Wie geld liefheeft, wordt van geld niet verzadigd, noch wie rijkdom liefheeft, van inkomsten. Ook dit is ijdelheid.
  • Of weet gij niet, dat wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in zijn dood gedoopt zijn?
  • Toen vastten en baden zij, en legden hun de handen op en lieten hen gaan.
  • God heeft in de eerste plaats voor u zijn Knecht doen opstaan en Hem tot u gezonden, om u te zegenen, door een ieder uwer af te brengen van zijn boosheden.
  • Daarom, aanvaardt elkander, zoals ook Christus ons aanvaard heeft tot heerlijkheid Gods.
  • En toen de Pinksterdag aanbrak, waren allen tezamen bijeen. En eensklaps kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en vulde het gehele huis, waar zij gezeten waren.
  • Het zijn de gunstbewijzen des Heren, dat wij niet omgekomen zijn,
    want zijn barmhartigheden houden niet op,
    elke morgen zijn zij nieuw,
    groot is uw trouw!
  • En Hij nam een beker, sprak de dankzegging uit en gaf hun die en zeide: Drinkt allen daaruit. Want dit is het bloed van mijn verbond, dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden.
  • Hierbij is geen sprake van Jood of Griek, van slaaf of vrije, van mannelijk en vrouwelijk: gij allen zijt immers één in Christus Jezus.
  • Zie, ik ga thans de weg van al het aardse; erkent nu met geheel uw hart en geheel uw ziel, dat niet één van alle goede beloften die de Here, uw God, u gegeven heeft, onvervuld gebleven is. Alles is voor u uitgekomen. Zijnerzijds is niets onvervuld gebleven.
  • Nochtans, onze ziekten heeft hij op zich genomen, en onze smarten gedragen; wij echter hielden hem voor een geplaagde, een door God geslagene en verdrukte.
  • Want, gelijk door de ongehoorzaamheid van één mens zeer velen zondaren geworden zijn, zo zullen ook door de gehoorzaamheid van één zeer velen rechtvaardigen worden.
  • Ten slotte, weest allen eensgezind, medelijdend, hebt de broeders lief, weest barmhartig en ootmoedig.
  • Want ik redde de ellendige die om hulp riep,
    de wees en hem die geen helper had;
    de zegenwens van wie dreigde onder te gaan, kwam op mij,
    en het hart der weduwe deed ik jubelen.
  • Deze immers stelt de ene dag boven de andere, gene stelt ze alle gelijk. Ieder zij voor zijn eigen besef ten volle overtuigd.
  • Ziet toe, dat niemand kwaad met kwaad vergelde, maar jaagt te allen tijde het goede na, jegens elkander en jegens allen.
  • Wie toch ben ik, en wat is mijn volk, dat wij in staat zouden zijn zulke vrijwillige gaven te schenken? Want het komt alles van U, en wij geven het U uit uw hand.
  • En neemt geen deel aan de onvruchtbare werken der duisternis, maar ontmaskert ze veeleer, want het is zelfs schandelijk om te noemen, wat heimelijk door hen wordt verricht.
  • De genade des Heren Jezus Christus, en de liefde Gods, en de gemeenschap des heiligen Geestes zij met u allen.
  • Komt tot de rechte nuchterheid en zondigt niet langer, want sommigen hebben geen besef van God. Tot uw beschaming moet ik dit zeggen.
  • En terwijl zij baden, werd de plaats, waar zij vergaderd waren, bewogen; en zij werden allen vervuld met de heilige Geest en spraken het woord Gods met vrijmoedigheid.
  • Wie heeft dit bewerkt en tot stand gebracht? Hij, die de geslachten van de aanvang af heeft geroepen; Ik, de Here, die de eerste ben, en bij de laatsten ben Ik dezelfde.
  • Dit heb Ik tot u gesproken, opdat gij in Mij vrede hebt. In de wereld lijdt gij verdrukking, maar houdt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen.
  • Weest onderling eensgezind, niet zinnende op hoge dingen, maar voegt u in het eenvoudige. Weest niet eigenwijs.
  • Hoe zal Hij, die zelfs zijn eigen Zoon niet gespaard, maar voor ons allen overgegeven heeft, ons met Hem ook niet alle dingen schenken?
  • In U wil ik mij verheugen en juichen,
    uw naam psalmzingen, o Allerhoogste.
  • Doch ik vermaan u, broeders, bij de naam van onze Here Jezus Christus: weest allen eenstemmig en laten er geen scheuringen onder u zijn; weest vast aaneengesloten, één van zin en één van gevoelen.
  • Want gelijk het lichaam één is en vele leden heeft, en al de leden van het lichaam, hoe vele ook, één lichaam vormen, zo ook Christus.
  • Verlichte ogen uws harten, zodat gij weet, welke hoop zijn roeping wekt, hoe rijk de heerlijkheid is zijner erfenis bij de heiligen.
  • Hij heeft ons verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon zijner liefde, in wie wij de verlossing hebben, de vergeving der zonden.
  • En terwijl zij vastten bij de dienst des Heren, zeide de heilige Geest: Zondert Mij nu Barnabas en Saulus af voor het werk, waartoe Ik hen geroepen heb.
  • Dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden hetgeen de Here door de profeet gesproken heeft, toen hij zeide:
    Zie, de maagd zal zwanger worden en een zoon baren, en men zal Hem de naam Immanuël geven, hetgeen betekent: God met ons.
  • Gedenk uw barmhartigheid, Here,
    en uw gunstbewijzen,
    want die zijn van eeuwigheid;
    gedenk niet de zonden van mijn jeugd, noch mijn overtredingen,
    gedenk mijner naar uw goedertierenheid,
    om uwer goedheid wil, Here.
  • Neen, de Schrift heeft alles besloten onder de zonde, opdat ten gevolge van het geloof in Jezus Christus de belofte het deel zou worden van hen, die geloven.