DailyVerses.netThema'sWillekeurige tekstInschrijven

Bijbelteksten over 'Ontucht'

  • Doodt dan de leden, die op de aarde zijn: hoererij, onreinheid, hartstocht, boze begeerte en de hebzucht, die niet anders is dan afgoderij.
  • Maar van hoererij en allerlei onreinheid of hebzucht mag onder u zelfs geen sprake zijn, zoals het heiligen betaamt.
  • Vliedt de hoererij. Elke andere zonde, die een mens doet, gaat buiten zijn eigen lichaam om. Maar door hoererij bezondigt men zich aan zijn eigen lichaam.
  • Maar met het oog op de gevallen van hoererij moet ieder zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen man.
  • Want dit wil God: uw heiliging, dat gij u onthoudt van de hoererij, dat ieder uwer in heiliging en eerbaarheid zijn vat wete te verwerven, niet in hartstochtelijke begeerlijkheid, zoals ook de heidenen, die van God niet weten.
  • Het huwelijk zij in ere bij allen en het bed onbezoedeld, want hoereerders en echtbrekers zal God oordelen.
  • En Hij zeide: Hetgeen uit de mens naar buiten komt, dat maakt de mens onrein. Want van binnenuit, uit het hart der mensen, komen de kwade overleggingen, hoererij, diefstal, moord, echtbreuk, hebzucht, boosheid, list, onmatigheid, een boos oog, godslastering, overmoed, onverstand. Al die slechte dingen komen van binnen uit naar buiten en maken de mens onrein.
  • Of weet gij niet, dat onrechtvaardigen het Koninkrijk Gods niet beërven zullen? Dwaalt niet! Hoereerders, afgodendienaars, overspelers, schandjongens, knapenschenders, dieven, geldgierigen, dronkaards, lasteraars of oplichters, zullen het Koninkrijk Gods niet beërven.
  • Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie ontvangt, die Ik zend, ontvangt Mij, en wie Mij ontvangt, ontvangt Hem, die Mij gezonden heeft.
  • Het is duidelijk, wat de werken van het vlees zijn: hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, veten, twist, afgunst, uitbarstingen van toorn, zelfzucht, tweedracht, partijschappen, nijd, dronkenschap, brasserijen en dergelijke, waarvoor ik u waarschuw, zoals ik u gewaarschuwd heb, dat wie dergelijke dingen bedrijven, het Koninkrijk Gods niet zullen beërven.
  • Wel wetend, dat de wet niet gesteld is voor de rechtvaardige, maar voor wettelozen en tuchtelozen, voor goddelozen en zondaars, voor onverlaten en onheiligen, voor vadermoorders en moedermoorders en doodslagers, hoereerders, knapenschenders, zielverkopers, leugenaars, meinedigen, en al wat verder ingaat tegen de gezonde leer, in overeenstemming met het evangelie der heerlijkheid van de zalige God, dat mij is toevertrouwd.
  • Zij immers hadden de waarheid Gods vervangen door de leugen en het schepsel vereerd en gediend boven de Schepper, die te prijzen is tot in eeuwigheid. Amen. Daarom heeft God hen overgegeven aan schandelijke lusten, want hun vrouwen hebben de natuurlijke omgang vervangen door de tegennatuurlijke. Eveneens hebben de mannen de natuurlijke omgang met de vrouw opgegeven, en zijn in wellust voor elkander ontbrand, als mannen met mannen schandelijkheid bedrijvende en daardoor het welverdiende loon voor hun afdwaling in zichzelf ontvangende. En daar zij het verwerpelijk achtten God te erkennen, heeft God hen overgegeven aan een verwerpelijk denken om te doen wat niet betaamt.
  • En Hij zeide tot hen: Een ieder, die dit kind ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij: en een ieder, die Mij ontvangt, ontvangt Hem, die Mij gezonden heeft. Want wie onder u allen de minste is, die is groot.
  • Gelijk zich een vader ontfermt over zijn kinderen,
    ontfermt Zich de Here over wie Hem vrezen.
  • Meent niet, dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen.
  • Uw hart worde niet ontroerd; gij gelooft in God, gelooft ook in Mij.
  • Hij zond zijn woord, Hij genas hen
    en deed hen aan de groeve ontkomen.
  • Wie zijn vriend medelijden onthoudt,
    die verzaakt de vreze des Almachtigen.
  • Ik zal u de sleutels geven van het Koninkrijk der hemelen, en wat gij op aarde binden zult, zal gebonden zijn in de hemelen, en wat gij op aarde ontbinden zult, zal ontbonden zijn in de hemelen.
  • Voorspoedig is de man die zich ontfermt en uitleent,
    die zijn zaken recht behartigt.
  • Betaalt aan allen het verschuldigde, belasting aan wie belasting, tol aan wie tol, ontzag aan wie ontzag, eerbetoon aan wie eer toekomt.
  • Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn;
    maar wie ze belijdt en nalaat, die vindt ontferming.
  • Jonge leeuwen lijden ontbering en honger,
    maar wie de Here zoeken,
    hebben geen gebrek aan enig goed.
  • Door overmoed ontstaat slechts twist,
    maar bij hen die zich laten raden, is wijsheid.
  • Verzamelt u geen schatten op aarde, waar mot en roest ze ontoonbaar maakt en waar dieven inbreken en stelen; maar verzamelt u schatten in de hemel, waar noch mot noch roest ze ontoonbaar maakt en waar geen dieven inbreken of stelen.
  • Mijn sabbatten zult gij houden en mijn heiligdom ontzien, Ik ben de Here.
  • In veelheid van woorden ontbreekt de overtreding niet,
    maar wie zijn lippen bedwingt, is verstandig.
  • Maar toetst alles en behoudt het goede.
    Onthoudt u van alle soort van kwaad.
  • Bij U, Here, schuil ik,
    laat mij nimmer beschaamd worden.
    Doe mij ontkomen door uw gerechtigheid.
  • Ik zal mijn grote naam die onder de volken ontheiligd is, die gij te midden van hen ontheiligd hebt, heiligen; en de volken zullen weten, dat Ik de Here ben, luidt het woord van de Here Here, wanneer Ik Mij voor hun ogen aan u de Heilige zal betonen.
  • Let op uzelf, dat gij niet verliest wat wij verricht hebben, maar uw loon ten volle ontvangt.
  • De goddeloze vraagt te leen en geeft niet terug,
    maar de rechtvaardige ontfermt zich en schenkt.
  • Onthoud het goed niet aan wie het toekomt,
    terwijl het in uw macht is het te doen.
  • Doet dan aan, als door God uitverkoren heiligen en geliefden, innerlijke ontferming, goedheid, nederigheid, zachtmoedigheid en geduld.
  • De Here is mijn herder, mij ontbreekt niets;
    Hij doet mij nederliggen in grazige weiden;
    Hij voert mij aan rustige wateren.
  • Van Hem getuigen alle profeten, dat een ieder, die in Hem gelooft, vergeving van zonden ontvangt door zijn naam.
  • Gij, Here, onthoud mij uw erbarming niet;
    uw goedertierenheid en uw waarheid
    mogen mij bestendig bewaren.
  • Hij zal Zich wederom over ons ontfermen, Hij zal onze ongerechtigheden vertreden. Ja, Gij zult al onze zonden werpen in de diepten der zee.
  • Maar de wijsheid van boven is vooreerst rein, vervolgens vreedzaam, vriendelijk, gezeggelijk, vol van ontferming en goede vruchten, onpartijdig en ongeveinsd.
  • Gij daarentegen, o mens Gods, ontvlucht deze dingen, doch jaag naar gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding en zachtzinnigheid.
  • Daar Christus dan naar het vlees geleden heeft, moet ook gij u wapenen met dezelfde gedachte, dat, wie naar het vlees geleden heeft, onttrokken is aan de zonde.
  • Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal God ook zó hen, die ontslapen zijn, door Jezus wederbrengen met Hem.
  • Vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u; niet gelijk de wereld die geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd of versaagd.
  • En al wat gij in het gebed gelovig vragen zult, zult gij ontvangen.
  • En nadat Hij dit gesproken had, werd Hij opgenomen, terwijl zij het zagen, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen.
  • Doch dit ene mag u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Here is als duizend jaar en duizend jaar als één dag.
  • En neemt geen deel aan de onvruchtbare werken der duisternis, maar ontmaskert ze veeleer, want het is zelfs schandelijk om te noemen, wat heimelijk door hen wordt verricht.
  • Heeft Hij, niet om werken der gerechtigheid, die wij zouden gedaan hebben, doch naar zijn ontferming ons gered door het bad der wedergeboorte en der vernieuwing door de heilige Geest.
  • Want gij hebt niet ontvangen een geest van slavernij om opnieuw te vrezen, maar gij hebt ontvangen de Geest van het zoonschap, door welke wij roepen: Abba, Vader.
  • Wees goedsmoeds in tijd van voorspoed, maar denk op de kwade dag: ook deze heeft God gemaakt evenzeer als die; immers kan de mens van de toekomst niets ontdekken.