Bijbelteksten over 'Zult'
- Hij zal Zich wederom over ons ontfermen, Hij zal onze ongerechtigheden vertreden. Ja, Gij zult al onze zonden werpen in de diepten der zee.
- Gij zult niet doodslaan, gij zult niet echtbreken, gij zult niet stelen, gij zult geen vals getuigenis geven, eer uw vader en uw moeder, en gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.
- Want de geboden: gij zult niet echtbreken, gij zult niet doodslaan, gij zult niet stelen, gij zult niet begeren en welk ander gebod er ook zij, worden samengevat in dit woord: gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.
- En al wat gij in het gebed gelovig vragen zult, zult gij ontvangen.
- En oordeelt niet en gij zult niet geoordeeld worden. En veroordeelt niet en gij zult niet veroordeeld worden; laat los en gij zult losgelaten worden.
- Wanneer dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult gij werkelijk vrij zijn.
- En de engel zeide tot haar: Wees niet bevreesd, Maria; want gij hebt genade gevonden bij God. En zie, gij zult zwanger worden en een zoon baren, en gij zult Hem de naam Jezus geven.
- Wanneer de Here, uw God, u zegent, zoals Hij u beloofd heeft, dan zult gij aan vele volken lenen, maar zelf zult gij niet ter leen ontvangen; gij zult over vele volken heersen, maar over u zullen zij niet heersen.
- Zie, God is mij een helper,
de Here is het, die mij schraagt. - Heel de weg, die de Here, uw God, u geboden heeft, zult gij gaan, opdat gij leeft en het u wèl ga en gij lang woont in het land, dat gij in bezit zult nemen.
- Gij zult naast Mij geen goden maken; noch van zilver noch van goud zult gij ze u maken.
- Weest niet bezorgd over uw leven, wat gij zult eten of over uw lichaam, waarmede gij u zult kleden. Want het leven is meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding.
- Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal opengedaan worden.
- En zij zeiden: Stel uw vertrouwen op de Here Jezus en gij zult behouden worden, gij en uw huis.
- Dan zult gij Mij zoeken en vinden, wanneer gij naar Mij vraagt met uw ganse hart.
- Daarom zeg Ik u: Weest niet bezorgd over uw leven, wat gij zult eten of drinken, of over uw lichaam, waarmede gij het zult kleden. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding?
- Mijn lippen zullen jubelen, wanneer ik U zal psalmzingen,
en mijn ziel, die Gij hebt verlost. - Jezus zeide tot haar: Heb Ik u niet gezegd, dat gij, indien gij gelooft, de heerlijkheid Gods zien zult?
- Dan zult gij Mij aanroepen en heengaan en tot Mij bidden, en Ik zal naar u horen.
- En dan zult gij daar de Here, uw God, zoeken en Hem vinden, wanneer gij naar Hem vraagt met uw ganse hart en met uw ganse ziel.
- En Ik zeg u: Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal opengedaan worden.
- De Here zal voor u strijden, en gij zult stil zijn.
- Want Gij zijt mijn steenrots en mijn vesting,
en om uws naams wil zult Gij mij voeren en leiden. - Neen, zeg Ik u, maar als gij u niet bekeert, zult gij allen evenzo omkomen.
- Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.
- Want Gij zegent de rechtvaardige, o Here,
Gij omgeeft hem met welbehagen als met een schild. - Tot nog toe hebt gij niet om iets gebeden in mijn naam; bidt en gij zult ontvangen, opdat uw blijdschap vervuld zij.
- Wanneer gij Mij liefhebt, zult gij mijn geboden bewaren.
- Gij, Here, onthoud mij uw erbarming niet;
uw goedertierenheid en uw waarheid
mogen mij bestendig bewaren. - De Here, uw God, zult gij volgen, Hem vrezen, zijn geboden houden en naar zijn stem luisteren: Hem zult gij dienen en aanhangen.
- Ook de goedertierenheid, o Here, is uwe,
want Gij zult ieder vergelden naar zijn werk. - Maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde.
- Gij dan zult volmaakt zijn, gelijk uw hemelse Vader volmaakt is.
- Gij zult niet begeren uws naasten huis; gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets dat van uw naaste is.
- Want indien gij met uw mond belijdt, dat Jezus Heer is, en met uw hart gelooft, dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij behouden worden.
- Want de gehele wet is in één woord vervuld, in dit: gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.
- Dit wetboek mag niet wijken uit uw mond, maar overpeins het dag en nacht, opdat gij nauwgezet handelt overeenkomstig alles wat daarin geschreven is, want dan zult gij op uw wegen uw doel bereiken en zult gij voorspoedig zijn.
- De Here zal het voor mij voleindigen.
O Here, uw goedertierenheid is tot in eeuwigheid.
Laat niet varen de werken uwer handen. - Mijn sabbatten zult gij houden en mijn heiligdom ontzien, Ik ben de Here.
- Verdraagt elkanders moeilijkheden; zó zult gij de wet van Christus vervullen.
- Het tweede is dit: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Een ander gebod, groter dan deze, bestaat niet.
- Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis.
- Dan zult gij gerechtigheid en recht verstaan,
ook rechtschapenheid, elke goede weg. - Gij zult uw broeder in uw hart niet haten; openlijk zult gij uw volksgenoot terechtwijzen en niet ter wille van hem zonde op u laden. Gij zult niet wraakzuchtig en haatdragend zijn tegenover de kinderen van uw volk, maar uw naaste liefhebben als uzelf: Ik ben de Here.
- Keer terug en zeg tot Hizkia, de vorst van mijn volk: zo zegt de Here, de God van uw vader David: Ik heb uw gebed gehoord. Ik heb uw tranen gezien; zie, Ik zal u gezond maken, op de derde dag zult gij opgaan naar het huis des Heren.
- Zij zal een zoon baren en gij zult Hem de naam Jezus geven. Want Hij is het, die zijn volk zal redden van hun zonden.
- Wat u betreft, wat gij van den beginne gehoord hebt, moet in u blijven. Indien in u blijft, wat gij van den beginne gehoord hebt, dan zult gij ook in de Zoon en in de Vader blijven.
- Jezus zeide tot hem: Indien gij volmaakt wilt zijn, ga heen, verkoop uw bezit en geef het aan de armen, en gij zult een schat in de hemelen hebben, en kom hier, volg Mij.
- Wanneer gij door het water trekt, ben Ik met u; gaat gij door rivieren, zij zullen u niet wegspoelen; als gij door het vuur gaat, zult gij niet verteren en zal de vlam u niet verbranden.
- Hij zeide tot hem: Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand.
Gerelateerde onderwerpen
Wet
Wat ik u heden...
Leven
De HERE zal u...
Liefde
De liefde is lankmoedig...
Betrouwbaarheid
Maar wèl getrouw is...
Geloof
Daarom zeg Ik u...
Bidden
Verblijdt u te allen...
Bijbeltekst van de dag
Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt,en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet?