Maar de HEER zei tegen Samuel: ‘Ga niet af op zijn voorkomen en zijn rijzige gestalte. Ik heb hem afgewezen. Het gaat niet om wat de mens ziet: de mens kijkt naar het uiterlijk, maar de HEER kijkt naar het hart.’ | Maar de HEERE zei tegen Samuel: Kijk niet naar zijn uiterlijk en ook niet naar de hoogte van zijn gestalte, want Ik heb hem verworpen. Het is namelijk niet wat de mens ziet, want de mens ziet aan wat voor ogen is, maar de HEERE ziet het hart aan. |
Zijn heer zei tegen hem: “Voortreffelijk, je bent een goede en betrouwbare dienaar. Omdat je betrouwbaar was in het beheer van een klein bedrag, zal ik je over veel meer aanstellen. Wees welkom bij het feestmaal van je heer.” | Zijn heer zei tegen hem: Goed gedaan, goede en trouwe dienaar, over weinig bent u trouw geweest, over veel zal ik u aanstellen; ga in, in de vreugde van uw heer. |
Heb elkaar lief met de innige liefde van broeders en zusters en acht de ander hoger dan uzelf. | Heb elkaar hartelijk lief met broederlijke liefde. Ga elkaar voor in eerbetoon. |
Luister. Nu ik de weg moet gaan die ieder mens wacht, moet u tot in het diepst van uw hart beseffen dat geen van de beloften die de HEER, uw God, u heeft gedaan, onvervuld is gebleven. Hij heeft ze alle gestand gedaan en er niet één onvervuld gelaten. | En zie, ik ga heden de weg van heel de aarde, en u weet met heel uw hart en met heel uw ziel dat er geen enkel woord van al de goede woorden die de HEERE, uw God, over u gesproken heeft, onvervuld gebleven is. Alles is uitgekomen voor u, geen enkel woord ervan is onvervuld gebleven. |
Geliefde broeder, ik hoop dat het u in alle opzichten goed gaat en dat u gezond bent. Dat het uw ziel goed gaat weet ik. | Geliefde, ik wens dat het u in alles goed gaat en dat u gezond bent, zoals het uw ziel goed gaat. |
Al gaat mijn weg door een donker dal, ik vrees geen gevaar, want U bent bij mij, uw stok en uw staf, zij geven mij moed. | Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood, ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij. |
Iedereen die Ik liefheb wijs Ik terecht en bestraf Ik. Zet u dus volledig in en kom tot inkeer. | Ieder die Ik liefheb, wijs Ik terecht en bestraf Ik. Wees dan ijverig en bekeer u. |
Dus eet je brood met vreugde, drink met een vrolijk hart je wijn. God ziet alles wat je doet allang met welbehagen aan. | Ga uw weg, eet uw brood met blijdschap, drink uw wijn met een vrolijk hart, want God schept al behagen in uw werken. |
Overdenk eens goed wat dit wil zeggen: “Barmhartigheid wil Ik, geen offers.” Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars. | Maar ga heen en leer wat het betekent: Ik wil barmhartigheid en geen offer; want Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen tot bekering te roepen, maar zondaars. |
Want wie van jullie die een toren wil bouwen gaat niet eerst de kosten berekenen, om te zien of hij wel genoeg heeft voor de bouw? | Want wie van u die een toren wil bouwen, gaat niet eerst zitten om de kosten te berekenen, of hij de middelen wel heeft om het werk te voltooien? |
Onderzoek alles, behoud het goede en vermijd alle kwaad, in welke vorm dan ook. | Beproef alle dingen, behoud het goede. Onthoud u van elke vorm van kwaad. |
Roep alle Joden die in Susa wonen bij elkaar en vast voor mij: eet niet en drink niet, overdag niet en ’s nachts niet, drie dagen lang. Ook ik zal op die manier vasten met mijn dienaressen. Daarna zal ik naar de koning gaan, al is dat tegen de wet. Moet ik omkomen, goed, dan zal ik omkomen. | Ga, verzamel alle Joden die zich in Susan bevinden, en vast voor mij: eet niet en drink niet, drie dagen lang, nacht en dag. Ook ikzelf zal zo vasten, samen met mijn dienaressen, en dan zal ik naar de koning gaan, wat niet overeenkomstig de wet is. Als ik dan omkom, dan kom ik om. |
Kom nader tot God, dan komt Hij nader tot u. Reinig uw handen, zondaars; zuiver uw hart, weifelaars. | Nader tot God, en Hij zal tot u naderen. Reinig de handen, zondaars, en zuiver de harten, dubbelhartigen! |
Volg steeds de weg die Hij u heeft gewezen, dan zult u in leven blijven; het zal u goed gaan en u zult lang wonen in het land dat u in bezit krijgt. | Heel de weg die de HEERE, uw God, u geboden heeft, moet u gaan, opdat u leeft, en het u goed gaat, en u uw dagen verlengt in het land dat u in bezit zult nemen. |
Want God had de wereld zo lief dat Hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. | Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. |
Toen ik dacht: Mijn voet glijdt weg, hield uw trouw mij staande, HEER. | Toen ik zei: Mijn voet wankelt, ondersteunde Uw goedertierenheid mij, HEERE. |
U bent mijn rots, mijn vesting, U zult mijn gids zijn, mij leiden, tot eer van uw naam. | Want U bent mijn rots en mijn burcht! Wijs mij dan de weg en leid mij zachtjes, omwille van Uw Naam. |
Als je rechteroog je ten val brengt, ruk het dan uit en werp het weg. Je kunt immers beter een van je lichaamsdelen verliezen dan dat heel je lichaam in de Gehenna geworpen wordt. | Als dan uw rechteroog u doet struikelen, ruk het uit en werp het van u weg, want het is beter voor u dat een van uw lichaamsdelen te gronde gaat en niet heel uw lichaam in de hel geworpen wordt. |
Dit zegt de HEER: Je staat op een kruispunt, kijk goed! Vraag na hoe de oude wegen liepen. Welke weg leidt naar het goede? Sla die in, en vind rust. Maar zij zeggen: “Dat doen wij niet.” | Zo zegt de HEERE: Ga staan op de wegen, en zie, vraag naar de aloude paden, waar toch de goede weg is, en bewandel die. Dan zult u rust vinden voor uw ziel. Maar zij zeggen: Wij bewandelen die niet. |
Maar Hij kent de wegen die ik kies; als Hij me toetste, zou ik puur als goud zijn. Ik ben in zijn spoor getreden, zonder af te buigen volgde ik zijn weg. | Maar Hij kent de weg die ik ga. Laat Hij mij beproeven – ik zal er als goud uitkomen. Mijn voet heeft zich aan Zijn spoor gehouden; aan Zijn weg heb ik mij gehouden, ik ben er niet van afgeweken. |
Houd u altijd aan zijn wetten en geboden, zoals ik ze u vandaag geef. Dan zal het u en uw kinderen goed gaan, en zult u lang leven in het land dat de HEER, uw God, u geven zal. | En u moet Zijn verordeningen en Zijn geboden, die ik u heden gebied, alle dagen in acht nemen, opdat het u en uw kinderen na u goed gaat en opdat u uw dagen verlengt in het land dat de HEERE, uw God, u geeft, alle dagen. |
Zie uit naar de HEER en zijn macht, zoek voortdurend zijn nabijheid. | Vraag naar de HEERE en Zijn kracht, zoek Zijn aangezicht voortdurend. |
Ik, de HEER, ben jullie God: houd je aan mijn bepalingen en regels, en leef ze na. Vier mijn sabbat als een heilige dag; dat zal voor jullie en Mij het teken zijn waaraan te zien is dat Ik, de HEER, jullie God ben. | Ik ben de HEERE, uw God: ga in Mijn verordeningen, neem Mijn bepalingen in acht en houd die. Heilig Mijn sabbatten, zodat ze tot een teken zijn tussen Mij en u, zodat u weet dat Ik, de HEERE, uw God ben. |
Zie uit naar de HEER en zijn macht, zoek voortdurend zijn nabijheid. | Vraag naar de HEERE en Zijn kracht, zoek Zijn aangezicht voortdurend. |
Hij zei tegen hen: ‘Kom, volg Mij, Ik zal van jullie vissers van mensen maken.’ | En Hij zei tegen hen: Kom achter Mij aan, en Ik zal u vissers van mensen maken. |
Bijbeltekst van de dag
Wees altijd nederig, zachtmoedig en geduldig, en verdraag elkaar uit liefde.Willekeurige Bijbeltekst
De HEER, je God, zal in je midden zijn,Hij is de held die je bevrijdt.
Hij zal vol blijdschap zijn, verheugd over jou,
in zijn liefde zal Hij zwijgen,
in zijn vreugde zal Hij over je jubelen.Volgende tekst!Met afbeelding