DailyVerses.netThema'sWillekeurige tekstInschrijven

Bijbelteksten over 'Jesaja'

  • Zoek de HEERE terwijl Hij te vinden is,
    roep Hem aan terwijl Hij nabij is.
  • Het is Uw vaste voornemen:
    U zult volkomen vrede bewaren,
    want men heeft op U vertrouwd.
  • Hij geeft de vermoeide kracht
    en Hij vermeerdert de sterkte van wie geen krachten heeft.
  • Het gras verdort, de bloem valt af,
    maar het Woord van onze God bestaat voor eeuwig.
  • Was u, reinig u!
    Doe uw slechte daden
    van voor Mijn ogen weg!
    Houd op met kwaad doen.
  • Sta op, word verlicht, want uw licht komt
    en de heerlijkheid van de HEERE gaat over u op.
  • De HEERE is immers onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever,
    de HEERE is onze Koning; Híj zal ons verlossen.
  • Zing psalmen voor de HEERE, want Hij heeft zeer grote dingen gedaan.
    Laat dit bekend worden over heel de aarde!
  • Want Ik ben de HEERE, uw God,
    Die uw rechterhand vastgrijpt
    en tegen u zegt: Wees niet bevreesd,
    Ik help u.
  • Want Mijn gedachten zijn niet uw gedachten,
    en uw wegen zijn niet Mijn wegen,
    spreekt de HEERE.
  • Ook dit gaat uit van de HEERE van de legermachten.
    Hij is wonderbaar van raad, Hij is groot in wijsheid.
  • Leer goed te doen,
    zoek het recht!
    Help de verdrukte,
    doe de wees recht,
    bepleit de rechtszaak van de weduwe!
  • Ik delg uw overtredingen uit als een nevel,
    en uw zonden als een wolk.
    Keer tot Mij terug, want Ik heb u verlost.
  • Maar nu, HEERE, U bent onze Vader!
    Wij zijn het leem en U bent onze Pottenbakker:
    wij zijn allen het werk van Uw handen.
  • Ook in de weg van Uw oordelen, HEERE,
    hebben wij U verwacht;
    naar Uw Naam en naar Uw gedachtenis
    gaat het verlangen van onze ziel uit.
  • Want zoals de hemel hoger is dan de aarde,
    zo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen
    en Mijn gedachten dan uw gedachten.
  • Daarna hoorde ik de stem van de Heere. Hij zei: Wie zal Ik zenden? Wie zal er voor Ons gaan? Toen zei ik: Zie, hier ben ik, zend mij.
  • HEERE, U bent mijn God,
    ik zal U roemen, Uw Naam loof ik.
    Want U hebt wonderen gedaan.
    Uw raadsbesluiten zijn van oudsher vast en zeker.
  • Op die dag zult u zeggen:
    Dank de HEERE, roep Zijn Naam aan,
    maak Zijn daden bekend onder de volken,
    roep in herinnering dat Zijn Naam hoogverheven is.
  • Daarom zal de Heere Zelf u een teken geven: Zie, de maagd zal zwanger worden. Zij zal een Zoon baren en Hem de naam Immanuel geven.
  • Totdat over ons uitgegoten wordt de Geest uit de hoogte.
    Dan zal de woestijn tot een vruchtbaar veld worden
    en het vruchtbare veld zal als een woud beschouwd worden.
  • Ik, Ik ben het Die u troost.
    Wie bent u dat u bevreesd bent voor een sterveling, die sterven moet,
    voor een mensenkind, gras, dat vergaat.
  • Wie heeft dit bewerkt en gedaan?
    Hij Die de generaties riep vanaf het begin!
    Ik, de HEERE, Die de Eerste ben,
    en bij de laatsten ben Ik Dezelfde.
  • Tot uw ouderdom toe zal Ik Dezelfde zijn,
    ja, tot uw grijsheid toe zal Ík u dragen;
    Ík heb het gedaan en Ík zal u opnemen,
    Ík zal dragen en redden.
  • Voorwaar, onze ziekten heeft Híj op Zich genomen,
    onze smarten heeft Hij gedragen.
    Wíj hielden Hem echter voor een geplaagde,
    door God geslagen en verdrukt.
  • Sinds u kostbaar bent in Mijn ogen,
    bent u verheerlijkt en heb Ík u liefgehad.
    Daarom heb Ik mensen gegeven in uw plaats
    en volken in plaats van uw ziel.
  • Wees niet bevreesd, want Ik ben met u,
    wees niet verschrikt, want Ik ben uw God.
    Ik sterk u, ook help Ik u,
    ook ondersteun Ik u met Mijn rechterhand, die gerechtigheid werkt.
  • Met heel mijn ziel verlang ik naar U in de nacht,
    ja, met mijn geest diep in mij zoek ik U ernstig.
    Want wanneer Uw oordelen over de aarde komen,
    leren de bewoners van de wereld wat gerechtigheid is.
  • Want een Kind is ons geboren,
    een Zoon is ons gegeven,
    en de heerschappij rust
    op Zijn schouder.
    En men noemt Zijn Naam
    Wonderlijk, Raadsman,
    Sterke God,
    Eeuwige Vader,
    Vredevorst.
  • Zo zal Mijn woord zijn dat uit Mijn mond uitgaat:
    het zal niet vruchteloos tot Mij terugkeren,
    maar het zal doen wat Mij behaagt,
    en het zal voorspoedig zijn in hetgeen waartoe Ik het zend.
  • Ik ben gezocht door hen die naar Mij niet vroegen,
    Ik ben gevonden door hen die Mij niet zochten.
    Tegen het volk dat Mijn Naam niet aanriep
    heb Ik gezegd: Zie, hier ben Ik, zie, hier ben Ik.
  • Want al zouden bergen wijken
    en heuvels wankelen,
    Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken
    en het verbond van Mijn vrede zal niet wankelen,
    zegt de HEERE, uw Ontfermer.
  • Kom nu, laten wij samen een rechtszaak voeren,
    zegt de HEERE.
    Al waren uw zonden als scharlaken,
    ze zullen wit worden als sneeuw;
    al waren ze rood als karmozijn,
    ze zullen worden als witte wol.
  • Weet u het niet?
    Hebt u het niet gehoord?
    De eeuwige God, de HEERE,
    de Schepper van de einden der aarde,
    wordt niet moe en niet afgemat.
    Er is geen doorgronding van Zijn inzicht.
  • Maar wie de HEERE verwachten, zullen hun kracht vernieuwen,
    zij zullen hun vleugels uitslaan als arenden,
    zij zullen snel lopen en niet afgemat worden,
    zij zullen lopen en niet moe worden.
  • Is dit niet het vasten dat Ik verkies:
    dat u de boeien van de goddeloosheid losmaakt,
    dat u de banden van het juk ontbindt,
    dat u de onderdrukten vrij laat heengaan
    en dat u elk juk breekt?
  • Hij was veracht, de onwaardigste onder de mensen,
    een Man van smarten, bekend met ziekte,
    en als iemand voor wie men het gezicht verbergt;
    Hij was veracht en wij hebben Hem niet geacht.
  • Wanneer u zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn,
    door rivieren, zij zullen u niet overspoelen.
    Wanneer u door het vuur zult gaan, zult u niet verbranden,
    geen vlam zal u aansteken.
  • En daarom wacht de HEERE, opdat Hij u genadig zal zijn;
    en daarom zal Hij Zich verheffen om Zich over u te ontfermen.
    Voorzeker, de HEERE is een God van recht.
    Welzalig zijn allen die Hem verwachten.
  • Hoe lieflijk zijn op de bergen
    de voeten van hem die het goede boodschapt,
    die vrede laat horen, die een goede boodschap brengt van het goede,
    die heil laat horen,
    die tegen Sion zegt:
    Uw God is Koning.
  • Maar Hij is om onze overtredingen verwond,
    om onze ongerechtigheden verbrijzeld.
    De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem,
    en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen.
  • Wee hem die het tegen zijn Formeerder opneemt
    – een potscherf tussen aarden scherven.
    Zal het leem soms tegen zijn formeerder zeggen: Wat maakt u?
    Of zal uw werk zeggen: Hij heeft geen handen?
  • Daar zal zijn een effen baan, een weg;
    de heilige weg zal hij genoemd worden.
    Een onreine zal er niet over gaan,
    want hij zal alleen voor hen zijn.
    Wie deze weg ook gaat,
    zelfs dwazen zullen niet dwalen.
  • Laat de goddeloze zijn weg verlaten,
    de man van ongerechtigheid zijn gedachten.
    Laat hij zich bekeren tot de HEERE, dan zal Hij Zich over hem ontfermen,
    tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig.
  • Kan een vrouw haar zuigeling vergeten,
    zich niet ontfermen over het kind van haar schoot?
    Zelfs al zouden die het vergeten,
    Ík zal u niet vergeten.
    Zie, Ik heb u in beide handpalmen gegraveerd,
    uw muren zijn steeds vóór Mij.
  • Elk wapentuig dat tegen u wordt vervaardigd, zal niets uitrichten,
    en elke tong die in het gericht tegen u opstaat, zult u schuldig verklaren.
    Dit is het erfelijk bezit van de dienaren van de HEERE,
    en hun gerechtigheid is uit Mij, spreekt de HEERE.
  • De Geest van de Heere HEERE is op Mij,
    omdat de HEERE Mij gezalfd heeft
    om een blijde boodschap te brengen aan de zachtmoedigen.
    Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van hart,
    om voor de gevangenen vrijlating uit te roepen
    en voor wie gebonden zaten, opening van de gevangenis.
  • Want zo zegt de Hoge en Verhevene,
    Die in de eeuwigheid woont en Wiens Naam heilig is:
    Ik woon in de hoge hemel en in het heilige,
    en bij de verbrijzelde en nederige van geest,
    om levend te maken de geest van de nederigen,
    en om levend te maken het hart van de verbrijzelden.
  • Ik ben zeer vrolijk in de HEERE,
    mijn ziel verheugt zich in mijn God,
    want Hij heeft mij bekleed met de klederen van het heil,
    de mantel van gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan,
    zoals een bruidegom zich bekleedt met priesterlijk hoofdsieraad,
    en een bruid zich tooit met haar sieraden.
  • Indien u uw voet van de sabbat terughoudt,
    ermee ophoudt om op Mijn heilige dag te doen wat u zelf wilt;
    indien u de sabbat een verlustiging noemt,
    opdat de HEERE geheiligd wordt
    – die geëerd moet worden –
    indien u die eert door niet uw eigen wegen te volgen,
    niet uw eigen wensen zoekt of daarover een woord spreekt,
    dan zult u vreugde scheppen in de HEERE,
    Ik zal u doen rijden op de hoogten van de aarde
    en Ik zal u voeden met het erfelijk bezit van uw vader Jakob,
    want de mond van de HEERE heeft gesproken.