Bijbelteksten over 'Leeft'
- Maar ik weet: mijn Losser leeft
en ten laatste zal Hij op het stof optreden. - Daarom kan Hij ook volkomen behouden, wie door Hem tot God gaan, daar Hij altijd leeft om voor hen te pleiten.
- Want zo zegt de Here tot het huis Israëls: Zoekt Mij en leeft.
- Zie, Ik, de Here, ben de God van al wat leeft; zou voor Mij iets te wonderlijk zijn?
- Ja, Hij verootmoedigde u, deed u honger lijden en gaf u het manna te eten, dat gij niet kendet en dat ook uw vaderen niet gekend hadden, om u te doen weten, dat de mens niet alleen van brood leeft, maar dat de mens leeft van alles wat uit de mond des Heren uitgaat.
- Zoekt het goede en niet het kwade, opdat gij leeft en aldus de Here, de God der heerscharen, met u zij, gelijk gij zegt.
- Jezus zeide tot haar: Ik ben de opstanding en het leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven, en een ieder, die leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven; gelooft gij dat?
- Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, (dat is), niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu (nog) in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven.
- Dit moogt gij eten van al wat in het water leeft: al wat vinnen en schubben heeft, moogt gij eten, maar gij zult niets eten dat geen vinnen of schubben heeft; onrein zal dat voor u zijn.
- Ik dan richt mijn verbond met u op, dat voortaan niets dat leeft, meer door de wateren van de zondvloed zal worden uitgeroeid, en dat er geen zondvloed meer wezen zal, om de aarde te verderven.
- Heel de weg, die de Here, uw God, u geboden heeft, zult gij gaan, opdat gij leeft en het u wèl ga en gij lang woont in het land, dat gij in bezit zult nemen.
- Alles wat zich roert, wat leeft, zal u tot spijze zijn; Ik heb het u alles gegeven evenals het groene kruid. Alleen vlees met zijn ziel, zijn bloed, zult gij niet eten.
- Want Ik heb geen welgevallen aan de dood van wie sterven moet, luidt het woord van de Here Here; daarom bekeert u, opdat gij leeft.
- Wie in oprechtheid wandelt, gaat veilig,
maar wie zijn wegen verdraait, wordt doorzien. - Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood zijns Zoons, zullen wij veel meer, nu wij verzoend zijn, behouden worden, doordat Hij leeft.
- Welzalig zij, die onberispelijk van wandel zijn,
die in de wet des Heren gaan. - Des Heren is de aarde en haar volheid,
de wereld en die daarop wonen. - Onderhoud dan zijn inzettingen en zijn geboden, die ik u heden opleg, opdat het u en uw kinderen na u wèl ga en opdat gij lang leeft in het land, dat de Here, uw God, u geven zal voor altijd.
- Desgelijks gij, mannen, leeft verstandig met uw vrouwen, als met brozer vaatwerk, en bewijst haar eer, daar zij ook medeërfgenamen zijn van de genade des levens, opdat uw gebeden niet belemmerd worden.
- Want niemand op aarde is zo rechtvaardig, dat hij goed doet zonder te zondigen.
- Doordat ik u heden gebied de Here, uw God, lief te hebben door in zijn wegen te wandelen en zijn geboden, inzettingen en verordeningen te onderhouden, opdat gij leeft en talrijk wordt en de Here, uw God, u zegene in het land, dat gij in bezit gaat nemen.
- Door de Here worden de schreden van de man bevestigd,
aan wiens weg Hij welgevallen heeft. - Rijkdom baat niet ten dage des toorns,
maar gerechtigheid redt van de dood. - Zalig de reinen van hart,
want zij zullen God zien. - Maar Hij antwoordde en zeide: Er staat geschreven: Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat.
- Alles wat adem heeft, love de Here.
Halleluja. - Immers, de zonde zal over u geen heerschappij voeren, want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade.
- Talrijk zijn de rampen van de rechtvaardige,
maar uit die alle redt hem de Here. - Wie op het woord acht geeft, zal het goede vinden;
ja, welzalig hij, die op de Here vertrouwt. - Maar wie de waarheid doet, gaat tot het licht, opdat van zijn werken blijke, dat zij in God verricht zijn.
- De rechtschapenheid der oprechten leidt hen,
maar de verkeerde zin der trouwelozen is hun ten verderve. - Zie, opgeblazen, niet recht, is zijn ziel in hem, maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven.
- Zalig de vervolgden om der gerechtigheid wil,
want hunner is het Koninkrijk der hemelen. - Wijk noch ter rechter-, noch ter linkerhand af,
houd uw voet verwijderd van het kwade. - Wie toch onder de mensen weet, wat in een mens is, dan des mensen eigen geest, die in hem is? Zo weet ook niemand, wat in God is, dan de Geest Gods.
- Maar heiligt de Christus in uw harten als Here, altijd bereid tot verantwoording aan al wie u rekenschap vraagt van de hoop, die in u is, doch met zachtmoedigheid en vreze.
- Welzalig ieder die de Here vreest,
die in zijn wegen wandelt. - Gerechtigheid en recht doen,
is de Here welgevalliger dan offers. - Welzalig het volk, welks God de Here is,
de natie, die Hij Zich ten erfdeel koos. - Maar de goedertierenheid des Heren is van eeuwigheid
tot eeuwigheid over wie Hem vrezen,
en zijn gerechtigheid over kindskinderen,
over hen die zijn verbond onderhouden,
en aan zijn bevelen denken om die te doen. - Gerechtigheid verhoogt een volk,
maar zonde is een schandvlek der natiën. - Gedenk de sabbatdag, dat gij die heiligt; zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; maar de zevende dag is de sabbat van de Here, uw God; dan zult gij geen werk doen, gij noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch de vreemdeling die in uw steden woont. Want in zes dagen heeft de Here de hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte op de zevende dag; daarom zegende de Here de sabbatdag en heiligde die.
- De vader van een rechtvaardige verblijdt zich zeer,
wie een wijze verwekte, verheugt zich over hem. - Belijdt daarom elkander uw zonden en bidt voor elkander, opdat gij genezing ontvangt. Het gebed van een rechtvaardige vermag veel, doordat er kracht aan verleend wordt.
- Want allen, die zonder wet gezondigd hebben, zullen ook zonder wet verloren gaan; en allen, die onder de wet gezondigd hebben, zullen door de wet geoordeeld worden.
- Want waar naijver en zelfzucht heerst, daar is wanorde en allerlei kwade praktijk.
- Mijn boog stel Ik in de wolken, opdat die tot een teken zij van het verbond tussen Mij en de aarde.
- Maar wanneer de goddeloze zich bekeert van alle zonden die hij begaan heeft, al mijn inzettingen onderhoudt en naar recht en gerechtigheid handelt, dan zal hij voorzeker leven; hij zal niet sterven.
- Mijn zoon, vergeet mijn onderwijzing niet
en uw hart beware mijn geboden,
want lengte van dagen, en jaren van leven,
en vrede zullen zij u vermeerderen. - Gelijk de levende Vader Mij gezonden heeft en Ik leef door de Vader, zo zal ook hij, die Mij eet, leven door Mij.
Gerelateerde onderwerpen
Leven
De HERE zal u...
Verlosser
Hierin is de liefde...
Voedsel
Omdat Hij de dorstende...
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en liefde...
Redding
En de behoudenis is...
Gehoorzaamheid
Jezus antwoordde en zeide...