Bijbelteksten over 'Vriend'
- Veel makkers strekken een mens tot ongeluk,
maar soms is een vriend aanhankelijker dan een broeder. - Een vriend heeft te allen tijde lief,
maar een broeder wordt voor de nood geboren. - Laat uw vriend en de vriend van uw vader niet in de steek,
maar betreed het huis van uw broeder niet
ten dage van uw ongeluk.
Beter een buur dichtbij dan een broeder veraf. - Wie zijn vriend medelijden onthoudt,
die verzaakt de vreze des Almachtigen. - Overspeligen, weet gij niet, dat de vriendschap met de wereld vijandschap tegen God is? Wie dus een vriend der wereld wil zijn, wordt metterdaad een vijand van God.
- Uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend. De Here is nabij.
- Wie een overtreding bedekt, jaagt liefde na;
maar wie een zaak ophaalt, brengt scheiding tussen vrienden. - Vriendelijke woorden zijn als honigzeem,
zoet voor de ziel en medicijn voor het gebeente. - Een valsaard veroorzaakt twist,
een lasteraar brengt scheiding tussen vrienden. - Niemand heeft grotere liefde, dan dat hij zijn leven inzet voor zijn vrienden.
- Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Tegen zodanige mensen is de wet niet.
- Maar weest jegens elkander vriendelijk, barmhartig, elkander vergevend, zoals God in Christus u vergeving geschonken heeft.
- Weest barmhartig, gelijk uw Vader barmhartig is.
- Geliefde, ik bid, dat het u in alles wèl ga en gij gezond zijt, gelijk het uw ziel wèl gaat.
- Alles is schoon aan u, mijn liefste,
zonder enig gebrek zijt gij. - En de Here bracht een keer in het lot van Job, toen hij voor zijn vrienden gebeden had, en de Here gaf Job het dubbele van al wat hij bezeten had.
- Een zacht antwoord keert de grimmigheid af,
maar een krenkend woord wekt de toorn op. - Ten slotte, weest allen eensgezind, medelijdend, hebt de broeders lief, weest barmhartig en ootmoedig.
- Kommer in het hart van de mens buigt het neder,
maar een goed woord verblijdt het. - Maar de wijsheid van boven is vooreerst rein, vervolgens vreedzaam, vriendelijk, gezeggelijk, vol van ontferming en goede vruchten, onpartijdig en ongeveinsd.
- Zachtheid van tong is een boom des levens,
maar valsheid in haar is een verderf in de geest. - Met alle nederigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, en elkander in liefde te verdragen.
- Doet dan aan, als door God uitverkoren heiligen en geliefden, innerlijke ontferming, goedheid, nederigheid, zachtmoedigheid en geduld.
- Barmhartigheid, vrede en liefde worde u vermenigvuldigd.
- Gij daarentegen, o mens Gods, ontvlucht deze dingen, doch jaag naar gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding en zachtzinnigheid.
- Wie is wijs en verstandig onder u? Hij tone uit zijn goede wandel zijn werken met wijze zachtmoedigheid.
- De liefde is lankmoedig,
de liefde is goedertieren,
zij is niet afgunstig,
de liefde praalt niet,
zij is niet opgeblazen,
zij kwetst niemands gevoel,
zij zoekt zichzelf niet,
zij wordt niet verbitterd,
zij rekent het kwade niet toe. - En vergeldt geen kwaad met kwaad of laster met laster, maar zegent integendeel, wijl gij hiertoe geroepen zijt, dat gij zegen zoudt beërven.
- Voorts, broeders, al wat waar, al wat waardig, al wat rechtvaardig is, al wat rein, al wat beminnelijk, al wat welluidend is, al wat deugd heet en lof verdient, bedenkt dat.
- Neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen; want mijn juk is zacht en mijn last is licht.
- Terwijl Hij waakt over de paden van het recht
en de weg zijner gunstgenoten beschermt. - Broeders, zelfs indien iemand op een overtreding betrapt wordt, helpt gij, die geestelijk zijt, hem terecht in een geest van zachtmoedigheid, ziende op uzelf; gij mocht ook eens in verzoeking komen.
- Want Gij, o Here, zijt goed en gaarne vergevend,
rijk in goedertierenheid voor allen die U aanroepen. - Want genadig en barmhartig is de Here, uw God: Hij zal het aangezicht niet van u afwenden, indien gij tot Hem wederkeert.
- Hij, die onberispelijk wandelt en doet wat recht is
en waarheid spreekt in zijn hart,
die met zijn tong niet lastert,
die zijn metgezel geen kwaad doet
en geen smaad op zijn naaste laadt. - Uw sieraad zij niet uitwendig: het vlechten van haar, het omhangen van goud of het dragen van gewaden, maar de verborgen mens uws harten, met de onvergankelijke (tooi) van een zachtmoedige en stille geest, die kostbaar is in het oog van God.
- Kinderkens, wacht u voor de afgoden.
- Gij, die de Here liefhebt, haat het kwade;
Hij, die de zielen van zijn gunstgenoten bewaart,
redt hen uit der goddelozen hand. - Werp uw bekommernis op de Here,
Hij zal voor u zorgen;
Hij zal nimmermeer toelaten, dat de rechtvaardige wankelt. - Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid.
- Maar heiligt de Christus in uw harten als Here, altijd bereid tot verantwoording aan al wie u rekenschap vraagt van de hoop, die in u is, doch met zachtmoedigheid en vreze.
- Legt dus af alle vuilheid en alle uitwas van boosheid en neemt met zachtmoedigheid het in u geplante woord aan, dat uw zielen kan behouden.
- Gaat heen en leert, wat het betekent: Barmhartigheid wil Ik en geen offerande; want Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.
- Eén ding heb ik van de Here gevraagd,
dit zoek ik:
te verblijven in het huis des Heren
al de dagen van mijn leven,
om de liefelijkheid des Heren te aanschouwen,
en om te onderzoeken in zijn tempel. - Zo zegt de Here der heerscharen: spreekt eerlijk recht en bewijst elkander liefde en barmhartigheid; verdrukt weduwe noch wees, bijwoner noch arme, en beraamt niet in uw hart elkanders onheil?
- Wie is een God als Gij, die de ongerechtigheid vergeeft en de overtreding van het overblijfsel van zijn erfdeel voorbijgaat, die zijn toorn niet voor eeuwig behoudt, maar een welbehagen heeft in goedertierenheid!
- Gedraagt u als wijzen ten opzichte van hen die buiten staan, maakt u de gelegenheid ten nutte. Uw spreken zij te allen tijde aangenaam, niet zouteloos; gij moet weten, hoe gij aan ieder het juiste antwoord moet geven.
- Geliefden, indien God ons zó heeft liefgehad, behoren ook wij elkander lief te hebben.
- Jubel luide, gij dochter van Sion; juich, gij dochter van Jeruzalem! Zie, uw koning komt tot u, hij is rechtvaardig en zegevierend, nederig, en rijdende op een ezel, op een ezelshengst, een ezelinnejong.
- Want de Here bemint het recht,
en Hij verlaat zijn gunstgenoten niet.
Voor altoos blijven zij bewaard,
maar het nageslacht der goddelozen wordt uitgeroeid.
Gerelateerde onderwerpen
Vriendschap
Een vriend heeft te...
Vriendelijkheid
Uw vriendelijkheid zij alle...
Liefde
De liefde is lankmoedig...
Naaste
Het tweede is dit...
Spreken
Dood en leven zijn...
Zegen
De HERE zegene u...
Bijbeltekst van de dag
Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt,en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet?
Willekeurige Bijbeltekst
Het zijn de gunstbewijzen des Heren, dat wij niet omgekomen zijn,want zijn barmhartigheden houden niet op,
elke morgen zijn zij nieuw,
groot is uw trouw!Volgende tekst!Met afbeelding